Tekst Andrea Jansen
Foto Shutterstock

Een criminele groep rond een bekende gangsterrapper terroriseert een Amsterdamse buurt. Kinderen mogen niet meer buiten spelen van hun ouders, buurtbewoners nemen een omweg naar de supermarkt en ondernemers durven geen aangifte te doen. Hoe doorbreek je de verstikkende invloed van een crimineel rolmodel in de wijk?

“Deze groep criminelen claimt de buurt. Mensen zijn bang dat hun kinderen geronseld worden voor criminaliteit of ze vrezen represailles als ze klagen over overlast en criminaliteit. En terecht, want de groep schuwt het geweld niet”, vertelt Jeroen, rechercheur bij de politie in Amsterdam. “Een paar kopstukken zitten inmiddels achter de tralies, maar met strafrecht los je dit probleem niet op. Er zit ook een voedingsbodem in de wijk en daar zal je wat aan moeten doen.”

De spil in het criminele drugsnetwerk is een Amsterdamse gangsterrapper, die inmiddels is veroordeeld voor zware geweldsdelicten. Hij is niet alleen de criminele frontman, maar heeft ook de meeste invloed op de wijk. Zijn raps draaien om geld, drugs en geweld. In zijn video’s strooit hij met pakken geld, draagt hij dure sierraden en kleding en zwaait hij met wapens. Hij profileert zich als een selfmade man. Een man van de straat. Hij was arm als kind maar kan nu letterlijk strooien met geld.

Vijand

“Deze rapper weet heel goed gebruik te maken van de sentimenten in de buurt”, vertelt Vronie, vanuit de recherche werkzaam bij het Ondermijningsteam van RIEC Amsterdam-Amstelland. “Hij komt er zelf vandaan en dat draagt hij ook uit in zijn raps. Mensen in deze wijk hebben niet zoveel vertrouwen in de overheid. Er heerst armoede en sociale ongelijkheid. Mensen hebben het gevoel dat ze alleen staan en intimidatie heeft juist daardoor veel effect. De rapper speelt daar op in door de overheid neer te zetten als de vijand. Dat maakt de buurt kwetsbaarder, omdat bewoners zich onveilig voelen door het geweld op straat, en niet het gevoel hebben dat er een overheid is die hen steunt.”

“Bij alles wat we doen laten we zien dat de overheid achter en naast de inwoners staat”

Dat is precies waar de verschillende overheidsdiensten in Amsterdam samen met de mensen in deze wijk aan willen werken: een wijk die weerbaar is tegen ondermijnende criminaliteit. “Bij alles wat we doen laten we zien dat de overheid achter en naast de inwoners staat”, legt Vronie uit. “We organiseren samen met de buurt dialoogavonden, waar buurtbewoners onderling lastige thema’s bespreken, die we ook tegenkomen in onze casussen. Hoe ga je er bijvoorbeeld mee om als vrienden of kinderen ineens met dure kleding thuiskomen? Oplossingen die zij aandragen faciliteren we, zoals het aanpassen van stadsverlichting of het verwijderen van graffiti. Alles wat we doen hangt met elkaar samen: criminaliteit, onderwijs, armoede, inrichting van de wijk, jeugdoverlast, enzovoort. Daarom benaderen we alles in samenhang.” 

Woning beschoten

Eén van de meest succesvolle onderdelen van het project is de toolbox met mogelijke interventies, die wordt ingezet zodra een incident in de wijk plaatsvindt. Vronie: “Stel er wordt een woning beschoten, dan zitten we dezelfde dag nog met collega’s van meer dan tien organisaties een kwartiertje bij elkaar via Teams. Allemaal mensen met mandaat, die zelf in de uitvoering zitten en dus meteen actie kunnen ondernemen. We lopen de toolbox door en stemmen snel onze acties op elkaar af. En dan gaan we handelen: er komt een persbericht, we regelen slachtofferhulp en zorg, we gaan de buurt in en we kijken naar de mogelijkheden van strafrecht en bestuursrecht. Wat er maar nodig is. Op die manier willen we de impact van het incident verkleinen en tegelijkertijd een zichtbare, betrouwbare overheid zijn.”

Silhouetten van mensen op straat
Foto: Shutterstock

“Vooral kwetsbare jeugd gevoelig voor drillrap”

Drillraps staan bol van geweld en wapens. Wat is het effect op jongeren en hoe moet de overheid ermee omgaan? Hoofddocent van de Erasmus Universiteit Robby Roks deed onderzoek naar de relatie tussen drillrap, geweld en sociale media. Lees verder… 
 

“We merken dat snel reageren na een incident belangrijk is voor het gevoel van veiligheid in de buurt”, vult Jeroen aan. “Vanuit de gedragswetenschap weten we dat acties die je binnen vier dagen na een incident uitvoert het meeste effect hebben. Door kort af te stemmen kunnen we snel handelen en de acties in de context plaatsen. Zo versterken we elkaar.”

Rust in de wijk

Nu deze samenwerking ruim een jaar van de grond is, is het eerste effect te merken, constateert Vronie. “Er is meer rust in de wijk, mensen durven weer naar de winkel te lopen zonder straten te vermijden, er komen meer meldingen binnen na incidenten en mensen durven zich meer uit te spreken op dialoogbijeenkomsten.”

Maar er is ook een ander effect merkbaar. Nu de helft van de criminele harde kern vast zit, droogt er een stroom van inkomsten naar de kleinere boefjes op. Jeroen: “De invloed van de criminele groep op de wijk neemt af en daarmee ook de inkomstenstroom uit bijvoorbeeld de drugshandel. De loopjongens uit het criminele netwerk zoeken nu een andere bron van inkomsten. Daardoor zie je dat het aantal straatroven en andere kleinere criminaliteit weer toeneemt. Dat onderstreept waarom het zo belangrijk is om in de brede context samen te werken. Nu moet gewerkt worden aan een ander perspectief voor deze jongeren. Zodat zij ervaren dat ze ook op een andere manier hun geld kunnen verdienen.” 

“Geen dikke plannen, gewoon elke twee weken bij elkaar zitten en dingen doen”

Pragmatisch project

Vronie en Jeroen* nemen deel aan de werkgroep intimidatie, die onderdeel is van een co-creatie; een samenwerking tussen politie, gemeente, OM en RIEC, met het doel de wijk weerbaar te maken tegen ondermijnende criminaliteit. De overheid is op gelijkwaardige basis breed vertegenwoordigd in dit project, met onder andere de regionale recherche, districtsrecherche, reclassering, Openbaar Ministerie, wijkagent, Actiecentrum zorg en veiligheid (ook wel veiligheidshuis genoemd), het RIEC, Masterplan Zuidoost en verschillende afdelingen van de gemeente Amsterdam zoals het Stadsdeel Zuidoost, Openbare Orde en Veiligheid en Jeugd en Veiligheid. Er zijn nog vier andere werkgroepen, gericht op jonge aanwas, verwevenheid van de onder- en bovenwereld, opsporing en voortgezet handelen in penitiaire inrichtingen.


Het hele project is pragmatisch vormgegeven. Er is geen lijvig projectplan en geen stuurgroep, alle interventies worden zoveel mogelijk door de professionals zelf afgestemd en uitgevoerd. Om hen te ondersteunen worden in samenwerking met gedragsdeskundigen van TNO een interventiematrix, een toolbox voor incidenten en een communicatiestrategie opgesteld. Stimuleren van positieve ontwikkelingen en ondersteunen van de kracht van de wijkbewoners voeren daarin de boventoon. Zoals Vronie zegt: Geen dikke plannen, gewoon elke twee weken bij elkaar zitten en dingen doen. 


Neem voor meer informatie contact op met riecaa@politie.nl.


*In verband met herkenbaarheid worden de achternamen van Vronie en Jeroen niet vermeld.