Code Geel Editie 3

Code Geel Editie 3

Deze printvriendelijke versie bevat niet de volledige inhoud van het online magazine, maar alleen de teksten en een beperkte selectie foto´s. Het hele online magazine met alle foto´s, video´s en multimedia kan worden bekeken op:
https://magazines.riec.nl/codegeel/2018/03

Nog een tip voor het geval u het magazine wil printen: Heeft u een Windows-computer en bekijkt u het magazine met het programma Chrome? Dan adviseren we u voor het afdrukken alleen gebruik te maken van het zogenoemde dialoogvenster (Ctrl+P).

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 3

Hennep in Nederland

Tekst Andrea Jansen
Foto Hollandse Hoogte

Over sukkels, kopstukken en morele verrotting

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                              Hoe ziet de hennepwereld in Nederland eruit? Code Geel vroeg hoogleraar Toine Spapens naar de belangrijkste kenmerken.
  

Democratische criminaliteit

“Hennepteelt is een democratische vorm van criminaliteit. Je hoeft er weinig voor te kunnen en wat je nodig hebt is gewoon te koop. Iedereen kan ermee beginnen. Een paar jaar geleden kon je bij het aanschaffen van de spullen ook meteen de verkoop van je plantjes regelen bij de growshop. Dat is nu lastiger. Maar hennep is zo groot geworden dat je altijd wel iemand kent die je kan helpen. De omvang van een gemeente maakt helemaal niets uit. In elke gemeente wordt wiet geteeld, dat durf ik wel te stellen.”

Locaties

“Je hebt de thuiskweek en de professionals. De thuiskwekers willen wat bijverdienen en zij telen thuis, op zolder of in een schuurtje. De professionals zijn de criminele groeperingen met minstens tien grotere kwekerijen, lokaal of door het hele land. Zij benaderen mensen met een geschikt pand, loods of kas, die in een kwetsbare positie zitten. Bijvoorbeeld boeren die leegstaande schuren hebben, eigenaren van bedrijfspanden met schulden, maar ook mensen die in de kroeg of de sportschool praten over financiële problemen.”

Opportunisten

“Hennepcriminelen zijn opportunisten. Ze gebruiken locaties die op dat moment beschikbaar zijn en waar de kans op ontdekking zo klein mogelijk is. En als de kwekerij toch ontdekt wordt, dan komt de politie vaak uit bij een katvanger. Bijvoorbeeld een junk uit Amsterdam, die zijn paspoort heeft uitgeleend. De eigenaar of verhuurder houdt zijn mond wel dicht. De grote criminelen lopen dus weinig risico, zolang er geen diepgravend opsporingsonderzoek wordt gedaan.”

Hennepmakelaars

“De kwekers kunnen hun hennep kwijt aan grote opkopers of aan hennepmakelaars, die voor de coffeeshops de inkoop doen. Alleen de goede kwaliteit blijft naar verluidt in Nederland. De middelmatige en slechte wiet wordt geëxporteerd. Naar schatting gaat tachtig procent van de Nederlandse hennep naar het buitenland. Eerder waren de growshops de vooruitgeschoven posten van de onderwereld, waar je als kweker terecht kon met je oogst. Dat gaat nu niet meer zo openlijk, maar elke growshop kan je nog steeds in contact brengen met een inkoper.”

Kopstuk

“Een kopstuk van een criminele organisatie is niet de domste van het stel. Hij woont niet altijd in een villa, soms zelfs in een sociale huurwoning. Flink opgepimpt en streng beveiligd, dat wel. Met hennep verdien je erg veel geld, dat moet ergens naartoe. Dus koopt zo’n kopstuk in zijn eigen gemeente bedrijven en panden, sponsort hij verenigingen en organiseert hij evenementen. Dat levert dilemma’s op voor de gemeente waar hij woont, want soms wil zo’n crimineel een verloederde hoek in het dorp opknappen. En wordt vriendjes met wethouders en raadsleden, die blij zijn met zijn plannen. Ze weten hoe ze gebruik moeten maken van hun geld en hun status. Vaak zijn ze spreekbuis voor hun buurt richting de gemeente. Regelen ze een leuk speeltuintje in de wijk.”

Sukkels

“Hennepteelt is heel lucratief. Ook sukkels verdienen er veel geld mee, maar weten dan niet echt wat ze ermee moeten. Die verbouwen dan hun huis, kopen duizend paar dure schoenen en verstoppen de rest in een gat in de grond.”

Profiteren

“We kennen allemaal de faciliteerders die hennepteelt mogelijk maken. De autoverhuurbedrijven, money transfer kantoren, elektriciens, makelaars, enzovoort. Maar ook de gewone plaatselijke ondernemer profiteert ervan mee. Die duizend paar schoenen worden in jouw winkel gekocht met contant geld. Dure audioapparatuur en enorme flatscreens gaan handje contantje over de toonbank. Wat doe je dan als lokale ondernemer? Je kunt natuurlijk stoppen met contant geld aan te nemen, maar wat doet dat met je omzet?”

Geweld

“In eerste instantie komt er meestal geen geweld aan te pas als criminelen je willen rekruteren voor hennepteelt. Ze gebruiken meer de loverboy-methode: zoeken mensen in een kwetsbare positie en verleiden hen om mee te doen. Geweld komt pas later, als ze de kwekerij leeg laten halen net voor de oogst en jou beschuldigen van een ripdeal. Als ze vermoeden dat jij een andere bende hebt getipt waar de hennep te vinden is. Of als je wilt stoppen, maar je volgens de organisatie nog niet genoeg voor ze hebt verdiend. Alleen al in de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland konden in de periode 2002-2006 ongeveer 25 gevallen van moord- en doodslag aan hennep worden gekoppeld. Naderhand is er nooit meer naar gekeken, maar er is nog steeds veel geweld en dreiging met geweld. Granaten voor een voordeur, machinepistool leegschieten op iemands huis. Liquidaties hebben bijna altijd te maken met zakelijke conflicten. Een partij hennep die niet is betaald, of die voor de helft uit zaagsel bestaat. Eerlijk duurt het langst, ook in de hennepwereld.”

Regulering

“Regulering van hennepteelt raakt alleen de binnenlandse afzetmarkt, terwijl de schattingen duidelijk zijn: het overgrote deel gaat naar het buitenland. Dus een teler die niet meer aan de coffeeshops kan leveren heeft nog genoeg afzetmogelijkheden. De illegale hennepteelt zal blijven bestaan. Daarnaast voorzie ik de nodige problemen bij de handhaving. Hoe gaan we controleren of er niet ook geïmporteerde hasj te koop blijft in de coffeeshop? Als je kiest voor vele kleine kwekerijtjes in plaats van enkele grote, hoe ga je dan de telers screenen, waar gaan ze kweken en welke eisen moet je aan die bedrijfspanden stellen? Tot nu toe heeft niemand mij kunnen uitleggen waarom je in een paar centrale, goed gecontroleerde en beveiligde kwekerijen niet veertig verschillende soorten wiet kunt telen. En voor de coffeeshops wordt hun schimmige wereld opeens ook wel erg transparant. Wat als ineens inzichtelijk wordt wat de werkelijke omzet is en deze een stuk hoger blijkt dan wat in het verleden is opgegeven? Of juist lager? Ik heb de stellige indruk dat de coffeeshophouders zich beginnen te realiseren dat er ook een paar flinke nadelen aan regulering kunnen kleven.”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 3

Vijf vragen aan… Arjen Gerritsen

foto

Tekst Andrea Jansen
Foto Gemeente Almelo

U sluit henneppanden meteen, zonder waarschuwing. Waarom doet u dat?

“Iedereen weet dat hennepteelt niet mag en niet kan. Daarom vind ik waarschuwen niet nodig. Ik wil meteen kunnen optreden. Panden met meer dan twintig hennepplanten sluit ik direct voor een half jaar. Of het nu een loods is of een woning, dat maakt niet uit. Als het gaat om kleine kinderen wil ik overigens nog wel eens een uitzondering maken.

Ik merk dat de meeste Almeloërs blij zijn dat hennepteelt streng wordt aangepakt. Ook hier rijden de patsers door de straten in hun dure auto’s. Hoe gelijkwaardig ben je nog als je elke dag hard moet werken voor je bestaan en je buurman doet niets, maar rijdt wel in een Porsche?

Hennepteelt is in Almelo een omvangrijk probleem. De omzet wordt hier in Twente geschat op een half miljard per jaar. Elke week kan ik wel drie of vier panden sluiten. Net voor dit interview is er weer een kwekerij gevonden met 600 planten. Het is goed om panden te sluiten en te laten zien dat je dit niet pikt. Maar om het echt aan te pakken moeten we ondermijning agenderen als maatschappelijk probleem. Want dat is het. Neem alleen al de hennepteelt. Het geld wordt gebruikt om de onderwereld te financieren, er zijn motorbendes bij betrokken, maar daarnaast is het gewoon heel gevaarlijk. Onlangs hadden we hier een kwekerij in een flat vol jonge gezinnen. Je moet er niet aan denken dat er brand uitbreekt.”

Werkt deze strenge aanpak?

“Het werkt, maar het is niet voldoende. Er is meer nodig om criminelen te stoppen. Een deel van de opbrengst van hennep wordt hier geïnvesteerd. Daarom besteden we extra aandacht aan witwassen. De kappers, ijssalons en zonnestudio’s zonder klanten zien we ook in Almelo verschijnen. Bedrijven waar veel contant geld in omloop is en waar omzetcijfers soms niet in verhouding staan tot de daadwerkelijke klandizie. Maar witwasonderzoeken vragen veel capaciteit en expertise, van alle overheidspartners. Dat is een knelpunt.

Als gemeente zoeken we, naast het sluiten van panden, naar een meer structurele aanpak. Momenteel onderzoeken we of we een dwangsom kunnen opleggen aan vastgoedeigenaren die telkens opnieuw hun panden verhuren aan hennepcriminelen. Dat gaat dan om flinke bedragen van bijvoorbeeld vier ton. Dat bedrag kunnen we innen als er in een pand van dezelfde eigenaar opnieuw een kwekerij wordt opgerold. Hiermee treffen we de echte faciliteerders. Dit wordt nog niet in onze regio gedaan, maar ik zie er wel heil in.”

U bent ook regionaal portefeuillehouder aanpak ondermijning in Twente. Hoe ziet de samenwerking eruit?

“Niet alle gemeenten voelen dezelfde urgentie om het hennepprobleem aan te pakken. Het komt overal voor, zoveel is zeker. Ondermijningsbeelden maken dat ook zichtbaar. Maar de capaciteit en expertise om het aan te pakken is er niet altijd. Dat geldt overigens voor alle overheidspartners waarmee we samenwerken.

Wat mij wel eens zorgen baart is dat de overheid gefragmenteerd is, terwijl de criminaliteit is georganiseerd. Van die fragmentatie maken kwaadwillenden misbruik. Bij de integrale aanpak lopen we voortdurend aan tegen capaciteit, maar ook tegen de verschillende fases waarin partners verkeren. In de aanpak van ondermijning is niet iedere partner even ver, de expertise verschilt nog behoorlijk.

Ik zou willen voorkomen dat criminelen kunnen uitwijken naar buurgemeenten, omdat de aanpak daar minder streng is. Ik ben groot voorstander van een Twents HIT-team, dat staat voor Handhaving Interventie Team. Een gezamenlijk bestuurlijk team van alle veertien Twentse gemeenten met daarin juristen en regionale handhavers. Het HIT-team wordt ingezet op het moment dat ergens een kwekerij wordt aangetroffen. In zo’n team is zowel capaciteit als expertise aanwezig om, op elk moment, snel actie te ondernemen. Het is nog niet zo ver, maar ik ben ervan overtuigd dat dit één van de oplossingen moet zijn.”

Past deze rol van misdaadbestrijder bij de gemeente?

“De gemeente is niet dé misdaadbestrijder, maar de brede aanpak van ondermijning hoort wel bij de gemeente te liggen. Wij staan het dichtst bij de mensen. Binnen een gemeente komen zorg, veiligheid, preventie en maatschappelijke ontwikkelingen samen. De aanpak van ondermijning moet een maatschappelijke beweging zijn en niet worden gereduceerd tot een strijd van de politie tegen de bad guys. Je kunt maar één keer ‘nee’ zeggen tegen dit soort criminelen. Zeg je ‘ja’, dan raak je ze niet meer kwijt. Wij moeten daarom de samenleving weerbaar maken. Verenigingen zijn bijvoorbeeld heel kwetsbaar voor de invloed van sponsoren. In gesprekken leg ik uit dat achter weldoenerij soms een ander belang zit. Gratis bestaat niet.

Ook raadsleden wil ik leren kijken met een andere blik. Iedereen die hen probeert te beïnvloeden heeft daar een motief voor. Dat kan een crimineel motief zijn. Neem nu de roep om deregulering. Daar kan gewoon een politieke opvatting achter zitten, maar ook een heel ander belang.”

U wordt ook wel ‘powerburgemeester’ genoemd. Wat vindt u daarvan?

“Dat is een benaming vanuit de media en ik vind dat prima. Ik vind dat we een norm moeten stellen. Laten zien dat we het niet pikken. Wat mij betreft treden we nog niet hard genoeg op. We moeten de maatschappij mobiliseren. Als overheid moeten we betrouwbaar en consequent zijn en meer samenwerken. De politiek verzandt nu te vaak in gekissebis. We moeten meer de baas zijn. Dat is nodig omdat de verleiding groot is. De verdiensten van het kweken van hennep zijn enorm, het is makkelijk verdiend geld en in sommige Almelose wijken is de sfeer niet echt gericht op het naleven van regels. Ik denk dan ook dat het probleem eerst erger gaat worden, voordat het minder wordt.

Deze stad is aan het gemeentebestuur en mij toevertrouwd. Als burgemeester vind ik dat in deze stad moet worden opgetreden en gehandhaafd. Als je regels stelt moet je die ook consequent handhaven. Daarmee creëer je naleefgedrag. Omdat de gemeente een belangrijke rol speelt in de aanpak van ondermijning is het extra belangrijk dat de overheid ‘schoon’ is. Dat geldt voor de politiek én ambtenaren. Je moet laaiend worden over een gebrek aan integriteit. Ondermijning gaat ten diepste over goed en kwaad. Het is zwart of wit, niet grijs.”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 3

Drugscriminaliteit in het buitengebied

Tekst Andrea Jansen
Foto Hollandse Hoogte

Integraal Handhaver en Bijzonder Opsporingsambtenaar John van Ratingen kent het uitgestrekte buitengebied van Peel en Maas op zijn duimpje. Hij weet precies waarom dit gebied aantrekkelijk is voor criminelen: dichtbij de snelweg, veel leegstaande boerenschuren met verschillende opritten en weinig zicht op de schuren van buitenaf. “Je moet er wel oog voor hebben, want vanaf de weg zie je niets. Zeker niet overdag.”

Hij wijst op een groepje woningen dat lukraak bij elkaar staat. De tuinen geheel omheind, de schuren onzichtbaar vanaf de weg. Een klein terrein is geheel afgeschermd met hoge heggen en dichte hekken. ‘Pas op voor de hond’, prijkt op verschillende plekken langs het perceel. Op de achtergrond klinkt het lawaai van de A67. In dit gebied werd al een aantal hennepkwekerijen en xtc-labs ontdekt. Er zijn er meer, verwacht John.

Proeftuin

In 2015 zag de gemeente Peel en Maas een enorme toename van dumpingen van afval van hennep en synthetische drugs. Dat gaf veel schade en overlast. De burgemeester startte samen met de gemeente Horst aan de Maas een proeftuin om deze dumpingen tegen te gaan.

“We besloten om het eens heel anders aan te pakken”, vertelt Jeroen Stempher, ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Peel en Maas. “Samen met de partners vroegen we ons af wat we als crimineel nodig zouden hebben om drugs te produceren. We kwamen al snel uit bij de locatie: je hebt een plek nodig om hennep te verbouwen of xtc te maken. We hebben hier veel leegstand, boeren die stoppen met hun bedrijf. Daarom besloten we ons hierop te richten.”

Het doel was vooral om het buitengebied alerter en weerbaarder te maken. “We wilden mensen laten zien hoe gevaarlijk het is om je schuur ‘zomaar’ te verhuren. Van criminelen kom je niet zo makkelijk weer af. Bovendien loop je kans dat je woning gesloten wordt.”

Risicoadressen

Met behulp van informatie uit de systemen van alle partners selecteerde het integrale team tien risicoadressen in Peel en Maas. Deze werden allemaal bezocht door John van Ratingen en de wijkagent. Bij twee ervan bleek het vlak voor het bezoek al mis. In één schuur werd een xtc-lab gevonden en in de kelder onder een loods een hennepkwekerij.

Op de acht andere risicoadressen werd het team van politie en gemeente juist heel hartelijk ontvangen. John: “Bijna elk adres was al eens benaderd door criminelen. Voor de mensen die we bezochten was het daarom een herkenbaar probleem. Zij voelden zich gesteund door het bezoek.” Lastiger was het om informatie van de bewoners te krijgen over verdachte locaties in de buurt. “Mensen zijn erg bang voor represailles.”

Communicatietraject

De acties werden ondersteund door een communicatietraject, zodat het effect veel verder reikte dan de tien bezochte boerderijen. Jeroen: “Dat communicatietraject zetten we door en we willen ons nu ook meer gaan richten op de professionals die vaak in het buitengebied komen. Ook kijken we of we meer kunnen samenwerken met private partijen.”

Over het resultaat van de acties is Jeroen zeer tevreden. “Ik kan natuurlijk niet garanderen dat het helemaal aan onze campagne te danken is, maar de afgelopen twee jaar is het aantal dumpingen van drugsafval hier sterk afgenomen.” De proeftuin krijgt dan ook een meer structureel vervolg.

John popelt om aan de slag te gaan. Hij heeft de eerste adresjes al op het oog en legt die graag langs de meetlat van de partners. “Ik heb best een aardig beeld van het buitengebied, maar als je alle informatie combineert komen er ook adressen naar boven die ik niet zou verwachten. Dat is de grote meerwaarde van deze samenwerking.”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 3

“Ik zag meteen: dit is een drugslab”

Tekst Andrea Jansen
Foto Hollandse Hoogte

Bianca* verhuurde het boerderijtje van haar schoonouders aan een jong stel uit de stad. Een half jaar later ontdekte ze een volledig uitgerust xtc-lab in de garage.
   

“Toen het huis van mijn schoonouders leeg kwam te staan twijfelden we of we er zelf wilden gaan wonen of dat we het zouden verkopen. We kozen voor een tussenoplossing: verhuren. De eerste huurder vonden we al snel in het eigen dorp. De tweede keer ging het lastiger en hebben we een makelaar ingeschakeld die was gespecialiseerd in verhuur. Hij vond voor ons een jong stel dat het huis wilde huren. We hebben alle voorzorgsmaatregelen genomen die mogelijk waren: loonstrookjes gecontroleerd, een door de makelaar opgesteld waterdicht contract met boeteclausule en afspraken over maandelijkse controle. Ik heb zelfs met de werkgever van de man gebeld.”

Blauwe vaten

“Elke maand gingen we even kijken of de huurders zich aan de afspraken hielden, tot mijn schoonmoeder ernstig ziek werd en we een keer oversloegen. Een maand later besloten we weer te gaan kijken. Eerst gingen we bij de buren langs, die ons vertelden dat er vaak vreemde auto’s met buitenlandse kentekens op het erf stonden. Toen we even later zelf gingen kijken, zagen we dat onze dure grasmaaier buiten stond. Dat vonden we vreemd. We liepen naar de garage en roken meteen dat het niet pluis was. Mijn man opende de garagedeur en wat we zagen hadden we al vaak in het nieuws gezien: blauwe vaten, filters, koperen pijpen. We wisten meteen dat dit een drugslab was.

We belden 112 en toen de politie kwam tuigde ze meteen een groot onderzoek op. Ook wij werden ondervraagd om erachter te komen of wij iets met het drugslab te maken hadden. Het was net alsof we in een film terecht waren gekomen. Wat was ik blij dat ik een duidelijk huurcontract had van de makelaar en dat ik alle mails en sms-berichten, die ik aan de huurders had gestuurd, kon laten zien. Daardoor was al snel duidelijk dat wij van niets wisten.”

Drugsgeld

“Het huis werd verzegeld en de garage werd zelfs voor een half jaar gesloten. Aan de ene kant snap ik dat, je moet als overheid een daad stellen. Tegelijk denk ik: Ik heb het zelf gemeld, heb de verhuurders helemaal gecheckt, een waterdicht contract afgesloten. Wat had ik anders kunnen doen?

De huurders heb ik nooit meer gezien. Ik weet niet of ze zijn aangehouden of hebben vastgezeten. We hebben al hun meubels uit het huis gehaald en opgeslagen, ik weet niet zo goed wat we daar mee moeten doen. Het huis is inmiddels weer verhuurd. Aan bekenden uit het dorp, gelukkig.

In het contract staat een boeteclausule. Als huurders een xtc-lab of hennepkwekerij in onze woning of garage inrichten, dan kunnen wij 25.000 euro claimen. Maar hoe moeten we dit innen? En als het al lukt, dan is het drugsgeld. Dat hoef ik niet.”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 3

Gemeenten samen sterk tegen hennep

Burgemeester D.J. Schrijer

Tekst Andrea Jansen
Foto Gemeente Zwijndrecht

Een voorloper in de aanpak van hennepteelt is Zwijndrecht niet. Toch nam burgemeester Dominic Schrijer het voortouw bij de opbouw van een regionale aanpak. “Het hennepprobleem komt vanzelf onze kant op, dus we kunnen maar beter voorbereid zijn.”

Voor vijf grote gemeenten in het werkgebied van RIEC Rotterdam is hennepteelt een aanzienlijk probleem. In deze gemeenten wordt alles op alles gezet om hennep te bestrijden. In kleinere gemeenten als Zwijndrecht ligt dat anders. Schrijer: “Jaarlijks hebben we hier zo’n vijftien ruimingen van hennepkwekerijen. We worden er dus niet zo vaak mee geconfronteerd en bovendien hebben we ook weinig mensen en expertise om hier werk van te maken. Daarom vind ik regionale samenwerking zo belangrijk.”

Eén lijn

Het RIEC constateerde dat de hennepproblematiek in de regio niet onderdeed voor die in Brabant, terwijl de meeste gemeenten in het gebied geen beleid kenden om dit aan te pakken. Tijd voor actie dus! De stuurgroep RIEC deed op basis van onderzoek drie aanbevelingen, die door de regionale integrale werkgroep hennep, onder leiding van burgemeester Schrijer, voortvarend werden opgepakt.

Ten eerste is het belangrijk om één lijn te trekken in de aanpak van hennepteelt. Dit betekent dat in alle gemeenten dezelfde basisaanpak wordt geïmplementeerd. Ten tweede is het cruciaal om de registratie van hennepkwekerijen op orde te krijgen. Dit draagt ook bij aan de derde aanbeveling: de informatiepositie van politie, OM, Belastingdienst én gemeenten verbeteren. Hennepcriminaliteit kan dan veel voortvarender bestreden worden. De hennepmonitor van het RIEC is hierbij een belangrijk hulpmiddel. Deze monitor doorzoekt de gegevens van politie, gemeenten en Belastingdienst op aanwijzingen voor georganiseerde criminaliteit. Dit gebeurt door te kijken naar integrale en bestuurlijke kenmerken, in plaats van (alleen) antecedenten.

Aan Schrijer de taak om de andere burgemeesters uit de Rotterdamse regio over de streep te trekken voor deze aanpak. Met succes: alle gemeenten zijn inmiddels bezig met het implementeren van de basisaanpak. Deze aanpak houdt onder andere in dat elke gemeente een sluitingsbeleid hanteert voor panden waarin hennep wordt aangetroffen. “Het was niet zo dat alle burgemeesters zaten te springen om een uniforme aanpak van hennepteelt. Maar iedereen zag wel het belang ervan en wil voorkomen dat het probleem overwaait vanuit de grote gemeenten in de regio. Het is vooral handig dat we het samen doen. Niemand hoeft het wiel uit te vinden, we sluiten aan bij de praktijk en het RIEC helpt ons erbij.”

Open en bloot

Ook Zwijndrecht is inmiddels druk bezig met het bestrijden van hennepcriminaliteit. Een betere informatiepositie is daarbij onmisbaar, vindt Schrijer. “Je moet de patronen achter een locatie blootleggen, het netwerk in kaart brengen. Anders is het dweilen met de kraan open.” Kort geleden werd een growshop op een industrieterrein aangepakt. “Die zat daar open en bloot, voor iedereen zichtbaar. Dat werkte ondermijnend.” Het ondermijningsbeeld liet bovendien zien dat er meer kwetsbare plekken zijn op bedrijventerreinen. Schrijer ging in gesprek met verhuurders van bedrijfspanden om hen te waarschuwen voor de gevolgen van een hennepkwekerij. “Niet alleen heb je rotzooi in je pand, maar je loopt ook het risico op sluiting. Dat willen verhuurders niet.”

Lastiger is het om hard op te treden als het gaat om een woning met minderjarige kinderen. “Een tijdje geleden hadden we zo’n geval met veel sociale problemen eromheen. Een gezin dat door middel van een kleinschalige hennepplantage de schulden wilde afbetalen. Gelukkig konden we goede afspraken maken over hulpverlening, waardoor we de woning niet hoefden te sluiten.”

Schrijer hoopt dat met de regulering van de hennepteelt de thuiskweek sterk zal afnemen. Ook voor de coffeeshop in Zwijndrecht ziet hij gereguleerde hennepteelt als een oplossing. “We hebben hier al vijftien jaar lang een coffeeshop, die wordt gerund door een stichting op geheel legale en witte wijze. Voor veel gemeenten is ‘onze’ coffeeshop een voorbeeld van hoe het ook kan. Maar hoe ‘wit’ je ook opereert, de hennep koop je zwart aan de achterdeur. Daar willen we graag vanaf.”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 3

Kort nieuws

Kort nieuws

Tekst Andrea Jansen en Chrissy Selten
Foto LIEC

Noordanus voorzitter LSOAO

De voormalige burgemeester van Tilburg Peter Noordanus wordt de voorzitter van het nieuwe Landelijk Strategisch Overleg Aanpak Ondermijning (LSOAO). In dit overleg wordt verbinding gelegd tussen de lokale, regionale en landelijke aanpak van ondermijning.

Op 8 februari was de startbijeenkomst van het LSOAO, waarin onder meer gemeenten, politie, Openbaar Ministerie en Belastingdienst samenwerken. Ook het LIEC is hierin vertegenwoordigd. Het LSOAO adviseert vanaf nu minister Grapperhaus van JenV over de aanpak van ondermijning. De minister ziet de aanpak van ondermijning als een van zijn belangrijkste speerpunten.

Grapperhaus benoemde dat in het Regeerakkoord belangrijke randvoorwaarden zijn gecreëerd om de ambities uit de Toekomstagenda te kunnen waarmaken. Hij benadrukte dat de uitwerking daarvan de komende jaren een gezamenlijke opgave zal blijven. Op dit moment wordt gewerkt aan de ondermijningswetgeving, een verzamelnaam voor meerdere wetsvoorstellen, die allemaal tot doel hebben de aanpak van ondermijning te versterken.

Het LSOAO heeft tijdens deze eerste bijeenkomst afgesproken dat de regionale aanpak wordt versterkt via de bestaande RIEC-LIEC-structuur. Waar nodig wordt het RIEC-LIEC verder uitgebouwd. Ook wordt extra geld vrijgemaakt voor het RIEC Oost-Nederland en voor de ondermijningsbeelden. Voorstellen voor besteding van het ondermijningsfonds lopen via de stuurgroepen van de RIEC's.

Naast Grapperhaus waren minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, staatssecretaris Menno Snel van Financiën en directeur-generaal Anita Vegter van JenV bij deze eerste bijeenkomst aanwezig. "Georganiseerde criminaliteit ontwricht de rechtsstaat: burgers en buurten worden bedreigd en de samenleving wordt ondermijnd. Vandaag zijn alle hoofdrolspelers aanwezig om samen aan de slag te gaan met een nog sterkere anti-ondermijningsaanpak", twitterde Grapperhaus na afloop van de bijeenkomst. 

Bron: Intranet JenV en Twitter

Beschavingsoffensief

Tijdens haar allereerste werkbezoek als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bezocht Kajsa Ollongren de Eindhovense wijk Tongelre. Een wijk die “geheel wordt gedomineerd door criminelen”. “Ik wist wat ondermijning is, ik had erover gelezen in de kranten. Maar toen ik daar door de wijk liep en de wijkagent mij vertelde over de vluchtroutes aan de achterkant van de woningen en mensen die elkaar waarschuwen als de politie komt, kwam dat echt wel binnen.” Met deze woorden opende de minister op 21 februari de inspiratiedag ‘Ondermijning van het lokaal bestuur’ van Binnenlands Bestuur en het Nederlands Gesprekcentrum.

Ervaringsdeskundigen Bouke Arends, die drie weken moest onderduiken na sluiting van het clubhuis van No Surrender in Emmen, en Henri de Wijkersloot, burgemeester van Waalre toen het gemeentehuis in brand gestoken werd, konden uit eigen ervaring meepraten over bedreiging van het lokale bestuur. In beide gevallen is nooit bewezen wie er achter zat. “We hebben als overheid het probleem zelf gecreëerd”, zei De Wijkersloot. Hij doelde daarmee op groepen in de samenleving die te lang hun gang hebben kunnen gaan. Hoogleraar Pieter Tops sloot daarbij aan door de overheid te wijzen op ‘de heilige plicht’ om het probleem terug te dringen. “De aanpak van de ondermijnende criminaliteit moeten we zien als een nieuw beschavingsoffensief.” Hoofd LIEC Karel Schuurman riep bestuurders op om zich vast te houden aan hun moreel kompas. “Dat is de kern van de bestrijding van ondermijnende criminaliteit.”

Bron: LIEC, Twitter en Brabants Dagblad

Meeste hennepkwekerijen opgerold in Oost-Nederland

De politie heeft in 2017 flink minder hennepkwekerijen ontmanteld dan het jaar ervoor. Er werden in totaal 4670 kwekerijen opgerold, 868 minder dan in 2016. Het district Oost-Nederland is met 761 opgerolde kwekerijen koploper.

Best een grote terugloop, zo noemt de politie de daling van ruim 15 procent. Maar het is volgens hennepcoördinator John Jespers niet zo dat het aantal kwekerijen daalt. “De netbeheerders hebben onlangs geschat dat er ongeveer 30.000 hennepkwekerijen zijn. Dat aantal is stabiel, er zijn geen aanwijzingen dat het afneemt.”

Overijssel en Gelderland zijn samen als district Oost-Nederland koploper als het gaat om het aantal opgerolde kwekerijen. Met 761 stuks blijft deze regio Rotterdam (550), Limburg (538) en Zeeland-West-Brabant (532) voor. Daarbij moet wel gezegd worden dat Oost-Nederland een groot gebied beslaat.

Begin dit jaar werd ook al bekend dat het aantal illegale drugsafvaldumpingen in Oost-Nederland vorig jaar verder is gestegen. Vooral in Gelderland was het vaak raak. Toen bleek Oost-Nederland op deze dubieuze ranglijst ‘drugsprovincie’ Limburg voorbij met 71 illegale dumpingen.

Bron: De Gelderlander

Meer tips over drugs

Het aantal anonieme tips over harddrugs is het afgelopen jaar fors gestegen tot een record van 4019 meldingen. Dat is ruim 20% meer dan in 2016, toen er ook veel telefoontjes binnenkwamen over de productie en handel in zware verdovende middelen.

Dat blijkt uit cijfers over 2017 van Meld Misdaad Anoniem (M.). In totaal kwamen 16.918 tips binnen bij de nationale ‘tiplijn’. “Ten opzichte van 2010 is het aantal drugsmeldingen zelfs verdubbeld. Dankzij de tips werden vorig jaar grote partijen cocaïne onderschept, druglaboratoria ontmanteld en straathandel aangepakt”, zegt M.-directeur Titus Visser. “Ook het aantal meldingen over financieel-economische delicten en voetbalgeweld nam weer toe.”

Veel vormen van criminaliteit gaan gepaard met financieel-economische delicten. Het aantal tips hierover steeg vorig jaar met 17% naar 616. Met name meldingen over witwassen (182 tips, +24%) en crimineel vermogen (240 tips, +17%) namen fors toe. Dankzij die tips kwam minstens €1,7 miljoen aan criminele winsten boven tafel en werd meer dan €1,8 miljoen aan fraude vastgesteld.

“Dat burgers de ogen en oren van de politie zijn, bewijzen de cijfers weer”, meent Visser. “Het afgelopen jaar werden minstens 1271 verdachten aangehouden en 854 misdrijven opgelost of voorkomen. Dat aantal zal nog aanzienlijk oplopen, omdat ruim de helft van de meldingen nog in onderzoek is of de resultaten bij ons nog niet bekend zijn.”

Bron: Telegraaf

Risico voor buren van hennepkweker

Om de veiligheid van omwonenden van hennepkwekerijen te verbeteren moeten publieke en private partijen samenwerken en maatregelen nemen om onveilige woonsituaties als gevolg van hennepteelt te voorkomen. Dat schrijft de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het rapport ‘Omgevingsveiligheid hennepkwekerijen’.

Jaarlijks wordt bij driekwart van de ontmantelde hennepkwekerijen een gevaarlijke situatie aangetroffen door overbelasting van de elektriciteit. Per jaar zijn er ten minste 65 woningbranden als gevolg van hennepteelt. De Onderzoeksraad vindt dit zorgwekkend.

Omwonenden kunnen geconfronteerd worden met brand door oververhitting en kortsluiting, instortingsgevaar door onkundige aanpassingen aan de woning en aantasting van de gezondheid door waterlekkage en vergiftiging door gassen en pesticiden. Na ontmanteling van een kwekerij vindt er geen veiligheidscontrole plaats en kunnen risicovolle situaties, die gevaarlijk zijn voor omwonenden en latere bewoners, in de woning blijven bestaan.

Bron: onderzoeksraad.nl

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 3

Colofon

Code Geel, Editie 3 Jaargang 2

Publicatiedatum
donderdag 08 maart 2018
Hoofdredactie
Karel Schuurman
Productie
Communicatie LIEC
Eindredactie
Andrea Jansen
Vormgeving
Chrissy Selten
E-mail
communicatie@liec.nl
Internet
http://www.riec.nl
Copyright
CC0 1.0 Universal