Tekst Andrea Jansen
Foto Louis Meulstee Photography

Ingeklemd tussen de tennisbaan en de snelweg in Bosschenhoofd, ligt de parkeerplaats van Breda International Airport. Op de virtual gate licht het kenteken op van elke auto die het terrein oprijdt. Achter een laag hekwerk ligt de landingsbaan er vredig bij. Vanaf het terras van de vliegclub zie je de helikopters en vliegtuigen opstijgen en landen. Een redelijk schoon schip, noemt havenmeester en directeur Jan Voeten zijn luchthaven.

Of er sprake is van ondermijning? Jan Voeten betwijfelt het. “Ondermijning vindt overal plaats en ik denk dat ook onze luchthaven kwetsbaar is. Dat kan ik niet ontkennen. Maar tegelijkertijd is hier sprake van een kleine gemeenschap. Het is overzichtelijk; er zijn maar twee toegangspoorten. De luchtvaart is erg gereguleerd. Alles wat afwijkt valt enorm op. Elke vlucht, elk vliegtuig en elke piloot wordt vooraf geregistreerd. Daar zijn criminelen niet dol op.”

Verschil in perceptie

Voor de overheid zijn de kleine vliegvelden een zogenaamde witte vlek: een plaats waarop weinig zicht is. Daarom nam de Taskforce Brabant-Zeeland het initiatief om alle overheidspartners die betrokken zijn bij Breda International Airport, van oudsher Seppe genoemd, bij elkaar te zetten. En dat waren er nogal wat: de KMar, de Douane, de plaatselijke politie, de luchtvaartpolitie, de provincie, de gemeente en natuurlijk de havenmeester zelf. Al die diensten waren regelmatig op het vliegveld aanwezig, maar tot op dat moment nooit tegelijkertijd.

Er was een groot verschil in perceptie tussen de overheid en de luchthaven, merkte Voeten tijdens die eerste bijeenkomst. “Sommige overheidsdiensten hadden toch wat meer het beeld van een crimineel broeinest. Dat beeld was en is er bij ons niet. Maar deze samenwerking heeft ons wel geleerd om anders te kijken naar onze luchthaven. We willen de drempel voor criminelen zo hoog mogelijk maken. We hebben een publieke functie. Dus het moet kloppen.”

Breda International Airport

Breda International Airport kent 41.000 vliegbewegingen (één vliegbeweging is een start of een landing) per jaar. Het grootste deel daarvan, zo’n 26.000, wordt gemaakt door lesvliegtuigen. De andere vluchten zijn grotendeels pleziervluchten met tweezitters en vierzitters en kleine zakelijke vluchten tot twaalf passagiers. Vijftien landen in Europa zijn zonder tussenlanding aan te vliegen, van Polen tot Spanje en van Engeland tot Servië. Breda Airport is één van de zestien kleine vliegvelden in Nederland.

"We willen weten waar we kwetsbaar zijn, maar niet schieten met hagel op een mug"

Havenmeester en directeur Jan Voeten.

Wie doet wat?

  • Koninklijke Marechaussee:
    Grenscontroles personenvervoer
  • Douane:
    Grenscontroles goederenvervoer
  • Havenmeester:
    Toezicht op de veiligheid en handhaving van de reglementen van de luchthaven
  • Gemeente:
    Ruimtelijke ordening, omgevingsrecht, evenementen
  • Provincie:
    Veiligheid, milieu- en geluidswetten, vergunning
  • Inspectie Leefomgeving en Transport:
    Wet- en regelgeving luchtvaart
  • Dienst Luchtvaartpolitie:
    Strafrechtelijke handhaving op de luchthaven en in het luchtruim
  • Plaatselijke politie:
    Strafrechtelijke handhaving buiten het luchthaventerrein

Schieten met hagel

Eén incident kan Voeten zich herinneren uit de afgelopen jaren. Een gecharterd vliegtuigje vertrok in 2017 met één passagier en bagage vanaf Breda Airport naar Engeland. Daar werd de passagier aangehouden en bleek zijn tas 11 kilo cocaïne te bevatten. De piloot en de eigenaar van het vliegtuig gingen vrijuit. Voeten wil het gevaar niet ontkennen, maar ook niet overdrijven. “Naast ons op de snelweg razen dag en nacht auto’s en vrachtwagens voorbij. Zonder dat we weten wat daar in zit. Een vliegtuigje vervoert hele andere hoeveelheden dan een vrachtwagen of een zeecontainer.” Binnenkort start een HBO-stagiair met een dreigingsanalyse van de luchthaven. “We willen weten waar we kwetsbaar zijn en daar gericht en pragmatisch mee aan de slag. We willen bij de les blijven, maar niet schieten met hagel op een mug.”

Het vliegveld is twaalf uur per dag open en dus ook twaalf uur per dag gesloten. Dan is er niemand op het terrein. Dat zijn de kwetsbare uren, omdat er dan geen toezicht is. Daarop richten zich dan ook de maatregelen die de luchthaven en de overheidsdiensten gezamenlijk hebben genomen. “De virtual gate is daarvan een duidelijk voorbeeld, maar we bestrijken ook het hele terrein met camera’s.” Stickers van de overheidsdiensten bij de ingang en een intentieverklaring om de samenwerking voort te zetten, onderstrepen de betrokkenheid van de overheidsdiensten bij de luchthaven. Binnenkort krijgt elk klein vliegveld bovendien een wijkagent die speciaal is opgeleid voor controles op luchthavens.

Uit bed

Met behulp van het RIEC probeert Voeten de gebruikers van de luchthaven bewust te maken van ondermijning. Daarnaast overlegt hij regelmatig met vertegenwoordigers van de grootste bedrijven op het terrein over veiligheid. Breda Airport trekt vooral hightech bedrijven aan, die gebaat zijn bij een goede beveiliging. Bovendien is het vliegveld een gewild terrein voor evenementen. De samenwerking met de gemeente is daardoor intensief.

"Alles wat afwijkt, valt hier enorm op"

Rob Meijer, recherchekundige politie Noord-Nederland.

Maar belangrijker nog vindt Voeten de omwonenden van de luchthaven. “Zij vormen onze ogen en oren in de avond en de nacht. We sturen nieuwsbrieven over de ontwikkeling van de luchthaven, over de activiteiten en roepen onze buren op om het te melden als ze vreemde dingen zien. En dat werkt. Als er eens een vliegtuig laat aankomt of vertrekt, dan bellen ze mij uit bed.”

Hebben smokkelaars vrij spel?

‘Klein vliegveld biedt vrij spel aan drugs- en mensensmokkelaars’, kopte Trouw begin 2018. In het artikel deed de KMar een oproep voor meer controle op kleine vliegvelden. Aanleiding voor recherchekundige Rob Meijer van politie Noord-Nederland om in kaart te brengen welke kansen er zijn voor criminelen om drugs te smokkelen vanaf vier kleine vliegvelden in Noord-Nederland: Drachten, Ameland, Hoogeveen en Stadskanaal.

“De kracht van de kleine vliegvelden die ik heb onderzocht, is de sociale controle. De groep gebruikers is klein en zeer betrokken. Ons kent ons. Dat is meteen ook de zwakte. Als je bekend bent en het vertrouwen geniet, dan kun je vrij makkelijk je gang gaan.” Meijer raadt dan ook aan om de sterke sociale binding juist in te zetten tegen ondermijnende criminaliteit. “Leg uit wat ondermijning is, wat de signalen zijn en waar je die kunt melden. En zorg voor een laagdrempelig meldsysteem.” Daarnaast is het belangrijk om de overheidsdiensten beter te laten samenwerken, zoals ook op Breda Airport is gebeurd. “We moeten meer optreden als één overheid. De KMar en Douane doen dat al door gezamenlijk controles uit te voeren. Dat is een stap in de goede richting.”

Komt de alarmerende kop in Trouw overeen met de uitkomsten van het onderzoek? “Ik heb onderzocht of er kansen zijn voor smokkel. Die zijn er wel degelijk”, zegt Meijer. “Maar er zijn ook maatregelen die we hier tegen kunnen nemen. In 2016 en 2017 is er zes keer een drugsvlucht onderschept van of naar Nederlandse kleine vliegvelden. Eén van die vluchten vertrok vanaf Drachten naar Zweden en werd door een oplettende vrijwilliger gespot. De werkelijke aard en omvang blijft altijd een vraag, maar we hebben met de informatie uit dit onderzoek de ‘witte vlek’ van de kleine vliegvelden in het noorden nu wel voor een groot deel ingekleurd. En daarmee voorkom je al een heleboel problemen.”