Tekst Andrea Jansen
Foto Gemeente Rotterdam

Bewoners van de luxe appartementencomplexen Maasdam en Statendam op de Kop van Zuid in Rotterdam voelden zich erg onveilig nadat er bij verschillende buren cocaïne, geld en wapens werden gevonden. De appartementen werden gesloten, maar dat vond de gemeente niet voldoende. De RIEC-partners zijn samen met de bewoners een offensief gestart om criminaliteit tegen te gaan.

“De anonimiteit verminderen, daar draait het allemaal om”, zegt Stefanie Vermeul, beleidsadviseur in het team ondermijning van de gemeente Rotterdam. “Vroeger zag je drugscriminaliteit vooral in de sociale huursector, tegenwoordig zijn de luxere appartementen- complexen populair bij criminelen. In zo’n complex kun je volledig anoniem blijven. Je parkeert in de parkeergarage onder het pand en gaat met de lift meteen naar jouw appartement. Ideaal voor spookbewoning en andere illegale activiteiten. In een volkswijk is veel meer sociale controle.”

Stefanie Vermeul, beleidsadviseur in het team ondermijning van de gemeente Rotterdam.

Schakel

De invloed van drugscriminaliteit op de Rotterdamse samenleving is groot. “Dagelijks zien we de gevolgen van de drugsindustrie in de stad. We zoeken naar wegen om het tij te keren. Vastgoed is daarbij interessant, omdat criminelen locaties nodig hebben voor het produceren, opslaan en verhandelen van drugs”, vertelt Martijn Scherpenisse van politie-eenheid Rotterdam. Samen met Peter Kool regisseert hij de aanpak van criminaliteit in vastgoed. Deze aanpak wordt gefinancierd met de versterkingsgelden. Ook Martijn ziet de populariteit van luxe wooncomplexen bij criminelen. “Criminelen kopen zelden zelf zo’n appartement, ze zijn veel anoniemer als ze huren. Bovendien wisselen ze vaak van plek. De verhuurmakelaars vormen dus een belangrijke schakel. Daarom richten wij ons allereerst op deze groep.” 

“We moeten voorkomen dat pandeigenaren in zee gaan met een malafide bemiddelaar”

De RIEC-partners werken in Rotterdam en omstreken aan een actueel en integraal beeld van de malafide spelers in de vastgoedbranche. “We willen zoveel mogelijk signalen kunnen delen onder het RIEC-convenant en, voor zover mogelijk, het liefst ook daarbuiten. Ook private partijen hebben enorm veel informatie over vastgoed. Door die informatie te combineren vergroten we de slagkracht van de overheid. We zoeken naar technologie om te kunnen herkennen welke panden interessant zijn voor criminelen. Als we dat weten, kunnen we ook gaan voorspellen waar criminelen hun toevlucht zullen zoeken. Dan kunnen we in een zeer vroeg stadium ingrijpen.”

Martijn Scherpenisse (rechts) en Peter Kool regisseren samen de aanpak van criminaliteit in vastgoed.

Uit de markt

Zover is het voorlopig nog niet. Wel zijn inmiddels tientallen malafide verhuurmakelaars in beeld, met allemaal een flink woningbestand waar regelmatig drugs, wapens en grote hoeveelheden contant geld worden gevonden door de politie. Het topje van de ijsberg, verwacht Martijn. “We willen samen met de RIEC-partners deze verhuurmakelaars uit de markt halen. Dit doen we onder andere door de makelaar een boete op te leggen als blijkt dat er criminele activiteiten plaatsvinden in een van de panden waarvan hij de verhuur regelt. Bij meerdere overtredingen kunnen we zelfs de administratie vorderen. Dat levert een schat aan informatie op.”

Goede verhuur

De gemeente Rotterdam heeft een website en flyer met tips voor veilige verhuur.
Ook is er een voorlichtingsfilmpje gemaakt met behulp van Stan en Dries van Flikken Rotterdam. Alle informatie en het filmpje zijn te vinden via www.rotterdam.nl/
wonen-leven/woning-verhuren.

De eerste resultaten zijn al zichtbaar. Binnenkort komt een Wassenaars stel voor de rechter, dat zo’n honderd woningen verhuurde, waarvan ongeveer tachtig in Rotterdam. In de panden werden hennep- kwekerijen, harddrugs, grote hoeveelheden cash en wapens met munitie gevonden. De gemeente Rotterdam legde 24.000 euro aan bestuurlijke boetes op. Het Openbaar Ministerie vervolgt het stel voor witwassen, omdat de huurders hen flinke bedragen in cash betaalden en anoniem wilden blijven.

Uitzicht op de Kop van Zuid vanaf de noordoever van Rotterdam. Foto: Wijnand Houweling

Gat

Maar als de ene malafide bemiddelaar van het toneel is verdwenen, vult een ander dat gat razendsnel weer op. Martijn: “We merken dat vastgoedeigenaren na zo’n actie al snel benaderd worden door andere dubieuze makelaars. Het is dus belangrijk om te voorkomen dat eigenaren opnieuw in zee gaan met een malafide bemiddelaar. Samen met vastgoedeigenaren, brancheorganisaties en verenigingen van eigenaren proberen we de vastgoedbranche weerbaar te maken tegen ondermijning. De bonafide verhuurmakelaars willen graag met ons samenwerken. De malafide makelaars maaien hen immers het gras voor de voeten weg én geven de branche een slechte naam. Ook voor ons is die samenwerking nuttig, want zij kennen de branche en de spelers daarin als geen ander.”

Afschrikken

Onlangs hielden de RIEC-partners een bijeenkomst voor medewerkers van vastgoedorganisaties. Belangrijkste gespreksonderwerp: hoe voorkom je dat je je pand verhuurt aan criminelen? Stefanie: “Hoe screen je een huurder? Hoe herken je een vals identiteitsbewijs? Wat zijn signalen van ondermijning? Pandeigenaren moeten weten waar ze op moeten letten. Of je nu honderden panden bezit, of er maar eentje wilt verhuren, de regels voor goede verhuur zijn altijd van belang. Daarvoor gebruiken we flyers, de website, een film, maar we gaan vooral in gesprek. Wat is nu een goede huurder en hoe weet je dat zeker? Wat kun je doen om jouw woonomgeving minder anoniem te maken en dus minder aantrekkelijk voor criminelen?”

"Of je nu honderden panden bezit, of er maar eentje wilt verhuren, de regels voor goede verhuur zijn altijd van belang"

In Maasdam en Statendam waren de bewoners en eigenaren van de appartementen er erg op gebrand om criminaliteit uit hun gebouwen te weren. Er werden camera’s geplaatst, ook in de parkeergarages. Alle huurders moesten een gebruikersverklaring ondertekenen, de politie controleerde streng en de gemeente sloot woningen waar harddrugs werden aangetroffen. Alles om de anonimiteit te doorbreken en criminelen af te schrikken. Met succes. Een paar maanden later waren alle criminelen vertrokken en sindsdien zijn er geen activiteiten meer gezien die het daglicht niet kunnen verdragen.

Laura Penders is regisseur woonoverlast bij de gemeente Schiedam.

Geen waterbed voor Schiedam

De gemeente Schiedam is koploper in de aanpak van huisjesmelkers en malafide vastgoedeigenaren. De ligging vlakbij Rotterdam en het Westland maakt dit noodzakelijk om een waterbedeffect te voorkomen. Nieuw is de vergunningplicht voor pandeigenaren en bemiddelaars, vertelt Laura Penders, regisseur woonoverlast van de gemeente Schiedam.

“We zijn hier al langer actief in de aanpak van malafide vastgoedeigenaren en bemiddelaars. Door voorop te lopen voorkomen we een waterbedeffect vanuit Rotterdam. In Schiedam hebben we vooral last van uitzendbureaus die woningen opkopen, of als bemiddelaar verhuren, en daar arbeidsmigranten in huisvesten. Omdat deze bureaus veel geld hebben, drukken ze starters uit de woningmarkt. Bovendien huisvesten ze arbeidsmigranten vaak in woonwijken, waardoor de sociale cohesie in de wijk minder wordt en er overlast ontstaat. Het is voor pandeigenaren een goed verdienmodel, want de huur die je krijgt van zes arbeidsmigranten is veel hoger dan die van één gezin.

De gemeenteraad wilde hier iets tegen doen. Onze nieuwste maatregel is dan ook het invoeren van een vergunningplicht voor pandeigenaren en verhuur- bemiddelaars. We willen meer controle krijgen over die branches. We starten klein, door enkele panden aan te wijzen voor een vergunningplicht. Dit willen we later uitbreiden tot een vergunningplicht voor alle uitzendbureaus. Daarvoor hebben we wel subsidie nodig, dat redden we niet alleen.”

Manhattan aan de Maas

In de nieuwe Hoogbouwvisie van de gemeente Rotterdam, die in oktober werd gepresenteerd, speelt sociale veiligheid een belangrijke rol. Wethouder Bas Kurvers legt uit hoe hoogbouw en veiligheid prima samen kunnen gaan.

Wethouder Bas Kurvers. Foto: Marc Nolte.

“De komende jaren gaat de skyline van Rotterdam compleet veranderen. We hebben veel woningen nodig en daarvoor gaan we de hoogte in. In het centrum gaan we hoger dan ooit: tot 250 meter. In de buitenwijken tot 150 meter. Bij hoogbouw gaat het niet alleen om het gebouw, het gaat vooral ook om de beleving. Je moet rekening houden met de zon, de wind, maar ook met de functies in een gebouw. Een toren met alleen kantoren staat ’s avonds leeg. Dat geeft geen prettig gevoel als je dan door de straat loopt. Een toren met alleen woningen staat juist overdag leeg, want dan werkt immers iedereen. Door wonen en werken te combineren in één gebouw zorg je ervoor dat er altijd leven in de brouwerij is. Mensen zijn dan veel minder anoniem. Bovendien is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de onderste verdieping van een toren er aantrekkelijk uitziet. Ook ’s avonds. Dus een leuk koffietentje, wat winkels, sportvoorzieningen.

“Door wonen en werken te combineren in één gebouw, is er altijd leven in de brouwerij”

Zo gaat de multifunctionele toren boven het oude postkantoor er uitzien. Foto: Gemeente Rotterdam

Als delen van een complex gezamenlijk zijn, zoals een gezellige lobby met een gastvrouw, waar je moet overstappen als je met de lift vanuit de parkeergarage komt, of een gedeeld dakterras, zorgt dat voor meer reuring en minder anonimiteit. Het gaat erom dat je elkaar tegenkomt. We stellen sociale veiligheid als voorwaarde voor alle hoogbouw. Hoe dat wordt ingevuld is aan de creativiteit van de architecten. Een goed voorbeeld vind ik Post, het oude postkantoor aan de Coolsingel waarop binnenkort een toren met appartementen wordt gebouwd. Het is een prachtig monumentaal pand en de entree blijft voor iedereen toegankelijk. Je vindt er straks een hotel, horeca, winkels. Het gebouw is en blijft zo van alle Rotterdammers. Wij hebben in Rotterdam al sinds de Tweede Wereldoorlog ervaring met hoogbouw en hebben ons leergeld wel betaald. Het gaat niet alleen om de hoogte, het gaat vooral over de kwaliteit van een gebouw en de maatschappelijke functie.”