Tekst Andrea Jansen
Foto Royal FloraHolland

Code Geel sprak de afgelopen jaren vele bestrijders van ondermijning. Hoe vergaat het ze in deze crisistijd?

Marcel Dela Haije, stadsmarinier Rotterdam.

Grandeur in Rotterdam

De Rotterdamse stadsmarinier Marcel Dela Haije heeft samen met de Alliantie Hand in Hand grootse plannen om van de Beijerlandselaan weer een winkelstraat met grandeur te maken. “Voor veel bedrijven in de straat is het een moeilijke tijd. Sommigen moesten een hele tijd dicht, anderen verloren veel klandizie en een deel draait nu juist meer omzet. Onze integrale controles zijn nu ook wat lastiger. Maar we gaan op andere manieren wel door en blijven alert. Zo hebben we recent nog een smartshop gesloten, die handelde in benodigdheden voor drugs. We zijn in gesprek met de pandeigenaar om te vertellen dat hij de huurovereenkomst buitengerechtelijk kan ontbinden. Zo komt er weer ruimte voor een ondernemer die zich wél aan de regels houdt.”

“Sommige ondernemers vallen juist op omdat ze het nu níet moeilijk hebben”

Voor de herinrichting van de straat was het juist wel handig dat het een tijd heel rustig was. “De gemeente Rotterdam heeft nu vijftig panden opgekocht. We halen zoveel mogelijk de donkere luifels boven de winkels weg, knappen de winkelplinten op en hebben een 30-km zone ingericht. Dat gaf weinig hinder toen het zo rustig was op straat. Op de laan ziet het er nu heel netjes, licht en ruim uit.”

Positief
Terwijl veel mensen thuis zaten te videobellen, zochten Marcel en zijn collega’s de ondernemers juist vaker op dan normaal. “Dat ging prima op anderhalve meter. We hebben ze geïnformeerd over de steunmaatregelen van de overheid, dat geeft veel goodwill. We gebruiken nu ook meer online nieuwsbrieven en sociale media. We komen tegenwoordig veel positiever in het nieuws, bijvoorbeeld met ons 1,5-meter filmpje, dat viral ging.”

De contacten met ondernemers zijn juist nu belangrijk; ondernemers zijn kwetsbaarder dan ooit. “We zijn alert op het opkopen van panden en we waarschuwen ondernemers voor criminele investeringen, onder meer met behulp van de communicatiemiddelen van het RIEC. Sommige ondernemers vallen juist op omdat ze het nu níet moeilijk hebben.”

Een leeg vakantiepark

Verbouwen, vernieuwen, thematiseren. Elk jaar bieden wij onze klanten iets nieuws. Zo begon destijds het interview met parkmanager Wouter van Reeven van RCN Vakantiepark De Jagerstee in Epe. Maar investeren zal de komende jaren wat minder makkelijk zijn. Van Reeven: “Ons seizoen loopt van Pasen tot eind augustus. In die periode halen we onze kosten eruit. Daarvan is meer dan de helft al verloren gegaan. Dat merken we dit jaar, maar ook volgend jaar. Mensen die nu vouchers hebben gekregen, zullen die grotendeels volgend jaar in het voorjaar gebruiken. Dat betekent dus dat we ook dan veel inkomsten missen. Maar zonder die vouchers zouden veel parken nu al instorten.”

Wouter van Reeven, parkmanager van De Jagerstee.

“Ik voel me meer crowdmanager dan gastheer”

Vakantiepark De Jagerstee heeft deze winter plekken met privésanitair gerealiseerd. Die plekken konden wel worden verhuurd, evenals de vakantiewoningen en de jaarplaatsen. Toch werden veel boekingen geannuleerd. “Erg gezellig was het natuurlijk ook niet tijdens de intelligente lockdown. Contactloos inchecken, eten afhalen bij de snackbar. Vaak liepen er BOA’s rond om te controleren of alles via de regels ging. Bovendien voelden mensen zich bezwaard om vakantie te vieren, terwijl iedereen thuis zat. Zodra bekend werd wanneer de campings weer open mochten, kwamen de boekingen wel weer binnen. We bereiden ons goed voor op de zomervakantie; ik voel me nu meer crowdmanager dan gastheer.”

Verpaupering
De Jagerstee is een ‘vitaal vakantiepark’, dat zich helemaal op recreanten richt. Maar er zijn veel vakantieparken in Gelderland en een groot deel daarvan had het voor de coronacrisis al moeilijk. “Ik denk dat veel vakantieparken met minder vet op de botten zoeken naar andere inkomstenbronnen. Permanente bewoning of arbeidsmigranten, bijvoorbeeld. Parken die dat niet doen, zullen veel minder geld hebben om te investeren en dus ook minder aantrekkelijk worden voor vakantiegangers. Meer kans op verpaupering op vakantieparken dus.”

Stil op het vliegveld

Op Breda Airport was het dit voorjaar stil. Van de ene op de andere dag stonden de vliegtuigen aan de grond en sloten de grenzen. Alleen privévluchten met het gezin waren nog mogelijk. Directeur Jan Voeten: “In april hadden we nog maar 20 procent van de vliegbewegingen. We zijn het tweede lesvliegveld van Nederland, maar lessen mocht natuurlijk niet meer. Geen rondvluchten, geen paravluchten. Wel hadden we nog de vluchten van inspectie, politie en ambulance.”

Jan Voeten
Jan Voeten, directeur Breda Airport: “De kans dat er nu gesmokkeld wordt van of naar ons vliegveld is nihil”. Foto: Louis Meulstee Photography

Breda Airport werkt nauw samen met politie, Douane, RIEC en andere partners om ondermijnende criminaliteit buiten de deur te houden. Die samenwerking ligt nu even stil. “We richten ons nu helemaal op het herstarten van het vliegverkeer. Ik zit daarvoor in een landelijke commissie van het ministerie. We nemen strenge maatregelen om besmettingen te voorkomen. We ontsmetten bijvoorbeeld elk vliegtuig na gebruik. De kans dat er nu gesmokkeld wordt van of naar ons vliegveld is nihil. Maar zodra er weer meer ruimte komt voor het vliegverkeer, pakken we de samenwerking weer op. Er zijn nog wel een paar punten die we kunnen verbeteren om criminelen geen kans te geven.”

Geen bloemen de grens over

Op 16 maart bleef de helft van alle bloemen en planten op de veiling onverkocht. In het ruim honderdjarige bestaan van Royal FloraHolland was dat nog nooit gebeurd.  “De internationale vraag naar bloemen en planten viel binnen enkele dagen volledig weg”, vertelt Michel van Schie, woordvoerder van FloraHolland. “Italië sloot als eerste de markt, andere landen volgden al snel. Ook al was transport naar die landen nog wel mogelijk, als bloemisten de deuren moeten sluiten en mensen alleen voor het hoogstnoodzakelijke de straat op mogen, valt de klandizie weg. Bovendien werden bruiloften en evenementen, bij uitstek gelegenheden waar veel bloemen aan te pas komen, geannuleerd. Door aanvoerregulering in de eerste periode van de crisis, is voorkomen dat grote hoeveelheden bloemen en planten onverkocht bleven en vernietigd moesten worden.”

Michel van Schie, woordvoerder Royal FloraHolland.

“De internationale vraag naar bloemen en planten viel binnen enkele dagen volledig weg”

Overleven
Het omzetverlies op de marktplaats van FloraHolland bedraagt tussen de 400 en 450 miljoen euro. Alle ketenpartijen, kwekers, handel, transport en veiling, zijn hard getroffen. Inmiddels herstelt de internationale markt zich enigszins, maar de omzet van vooral bloemen is op de veiling nog altijd 30 procent onder het niveau van vorig jaar. Overheidssteun en ruimere kredietverlening door banken hebben tot dusver een golf van faillissementen voorkomen. Van Schie: “De focus van bedrijven, zowel kwekers als handel, is volledig gericht op het overleven van de crisis. Vaste stromen naar buitenlandse afnemers zijn tijdelijk weggevallen. Nu markten weer opengaan, komt de handel weer stap voor stap op gang.”

De verschillen tussen kwekers kunnen groot zijn. Sommige productgroepen hebben zwaarder te lijden gehad dan andere. “Er zijn nog steeds bedrijven die goed draaien, maar ook bedrijven die vrijwel stil hebben gelegen. Bedrijven liggen onder een vergrootglas, want ze zullen goed moeten kunnen onderbouwen hoe groot hun omzetverlies is. Omdat de logistieke stroming sterk is afgenomen, zien we dat het aantal meldingen en waarnemingen van ongeregeldheden ook is teruggelopen.”

Om ondermijning tegen te gaan richten de acties vanuit Royal FloraHolland zich in deze periode vooral op preventie. “Wij ervaren een goede samenwerking met de verschillende publieke partners.”