Tekst Andrea Jansen
Foto Gemeente Nijmegen
1. Als voorzitter van het Veiligheidsberaad bent u enorm druk met de coronacrisis. Heeft u nog wel tijd om u met ondermijning bezig te houden?
“Zeker! Openbare orde en veiligheid is een belangrijk deel van mijn portefeuille en daar hoort ondermijning natuurlijk bij. Ik merk wel dat we, zeker de eerste weken na het uitbreken van de coronacrisis, enorm druk waren om alles in goede banen te leiden. We zagen toen gelukkig ook wel dat de criminaliteitscijfers daalden. Nu is er wat meer ruimte voor andere zaken, hoewel ik de helft van mijn tijd nog bezig ben met de aanpak van de coronacrisis."
Communicatietoolkits
Om gemeenten te helpen ondernemers te waarschuwen voor criminele inmenging heeft het RIEC-LIEC verschillende communicatietoolkits samengesteld. In dit artikel vindt u een overzicht.
2. Wat ziet u nu gebeuren op het gebied van ondermijning in Nijmegen?
“De eerste maand was er veel minder drugshandel in de stad. Criminelen hadden duidelijk last van de intelligente lockdown. Er was natuurlijk veel minder verkeer op de weg, grenzen gingen dicht. In Nijmegen zien we weinig nieuwe illegale activiteiten oppoppen. We zien vooral dat heel veel dingen worden afgeremd, al gebeuren er altijd zaken achter onze rug. Maar criminelen weten hun weg wel te vinden en ik denk dat we op de langere termijn de effecten zeker zullen merken.”
3. Waar zullen we die effecten zien?
“Ik denk dat criminelen nieuwe manieren zoeken om hun activiteiten voort te zetten. Hoe ze dat doen, zullen we pas later merken. We hebben nu geen zicht op kwetsbare groepen, dat is wel een zorg. En er zijn sectoren waar het nu heel slecht gaat. Daar moeten we de komende tijd goed op letten. Nu houden veel ondernemers het nog wel vol, maar als dit langer gaat duren, dan zullen ze gaan omvallen. De verleiding van fout geld wordt natuurlijk niet kleiner als je in de financiële problemen zit.”
4. Verandert de aanpak van ondermijning door de coronacrisis?
“De bestuurlijke maatregelen hebben wij altijd gewoon voortgezet. We gebruiken nog steeds de Wet Bibob en het Damoclesbeleid. We rollen ook nog steeds hennepkwekerijen op en sluiten panden, al gebeurt dit natuurlijk niet elke week. In die zin verandert onze aanpak niet. Wel controleren we veel minder in bijvoorbeeld de horeca, maar dat gaan we ook weer oppakken. Ik denk dat we vooral meer aandacht moeten gaan besteden aan de branches die het moeilijk hebben. In de gaten houden of mensen ineens horecazaken gaan overnemen, in gesprek gaan met de ondernemers en samen met de branches aan de slag gaan, zodat we niet verrast worden. Het is een mooie rol van gemeenten om de risico’s nu extra onder de aandacht te brengen.”
5. Hoe denkt u dat het na de coronacrisis met de ondermijnende criminaliteit gesteld is?
“Zorgelijk is dat een flink aantal rechtszaken vertraging heeft opgelopen. Het kan zijn dat er straks keuzes gemaakt moeten worden in zaken die wel en niet voor de rechter komen. Dat is natuurlijk niet goed voor de bestrijding van ondermijning. En verder zullen we wel vatbaarder worden, ben ik bang. Economische kwetsbaarheid is immers een belangrijke factor voor ondermijning. Daarom moeten we alert zijn op kwetsbare mensen en op sectoren die economisch hard geraakt worden. Criminelen weten altijd wel weer nieuwe sluipweggetjes te bedenken om hun zaken voort te zetten. Hoe ze dat precies gaan doen is nu nog koffiedik kijken.”