Code Geel Editie 14

Code Geel Editie 14

Deze printvriendelijke versie bevat niet de volledige inhoud van het online magazine, maar alleen de teksten en een beperkte selectie foto´s. Het hele online magazine met alle foto´s, video´s en multimedia kan worden bekeken op:
https://magazines.riec.nl/codegeel/2022/14

Nog een tip voor het geval u het magazine wil printen: Heeft u een Windows-computer en bekijkt u het magazine met het programma Chrome? Dan adviseren we u voor het afdrukken alleen gebruik te maken van het zogenoemde dialoogvenster (Ctrl+P).

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 14

Samen sterk tegen ondermijning

still uit de film Zicht

Tekst Andrea Jansen

Overal in Nederland zien we een toename van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. We zien steeds meer drugslabs en dumpingen van drugsafval, met enorme gevolgen voor mens en milieu. We zien ernstige vormen van geweld. We zien dat overheidsgeld misbruikt wordt door criminelen, zoals bij zorgcriminaliteit. We zien ondernemers, zoals vastgoedhandelaren en uitzendbureaus voor arbeidsmigranten, die met illegale constructies veel geld verdienen of geld witwassen.

De overheid werkt intensief samen om ondermijning tegen te gaan. Criminelen zitten echter niet stil. Daarom is het belangrijk om deze gezamenlijke aanpak telkens een stapje verder te brengen. De gemeenteraad speelt hierin een cruciale rol.

Wat is ondermijnende criminaliteit?

Criminelen verdienen miljarden aan ondermijnende criminaliteit. Dit gaat gepaard met excessief geweld, intimidatie en omkoping. Jonge en kwetsbare mensen worden gerekruteerd en wijken raken in de ban van de criminaliteit. Zo ondermijnt deze gevaarlijke parallelle wereld onze samenleving en rechtsstaat.

Samen ondermijning aanpakken

Ondermijning kunnen we als overheid alleen effectief aanpakken als we het samen doen. Het RIEC-convenant geeft overheidspartners de mogelijkheid om informatie te delen, zodat we gezamenlijk criminele netwerken beter in beeld kunnen brengen. Onder leiding van het RIEC wordt informatie gedeeld en gekeken hoe we een criminele organisatie het beste kunnen aanpakken.

Samen ondermijning voorkomen

Liefst willen gemeenten natuurlijk voorkomen dat criminelen voet aan de grond krijgen. Daarom is het heel belangrijk om elke gemeente weerbaar te maken tegen georganiseerde criminaliteit. Er zijn steeds meer instrumenten die gemeenten kunnen inzetten om criminelen te weren. Denk bijvoorbeeld aan de Wet Bibob, het Damocles-beleid en vergunningsplichten voor bepaalde branches. Ook is het belangrijk dat inwoners, ambtenaren, raadsleden en bestuurders signalen van ondermijning en ongewenste beïnvloeding kunnen herkennen en weten wat ze eraan kunnen doen.

Gemeente spil in de aanpak

De gemeente speelt een belangrijke rol in de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Hoe groot de criminele organisatie ook is, deze wortelt altijd lokaal. Er is altijd een locatie nodig voor een drugslab, een contract met de gemeente voor een zorgcrimineel of een wijziging van het bestemmingsplan voor een groot project van een malafide vastgoedhandelaar. Om ondermijnende criminaliteit te stoppen is het cruciaal dat elke gemeente blijft investeren in:

  • haar eigen informatiepositie
  • informatiedeling tussen afdelingen en met partners
  • instrumenten die criminelen aanpakken en afschrikken,
  • de capaciteit, kennis en expertise van de ambtelijke organisatie.

Ondersteuning

De aanpak van ondermijnende criminaliteit vraagt daarom veel van een gemeente, terwijl het taakveld van een gemeente al enorm breed is. Het is daardoor niet altijd mogelijk om alle kennis en expertise in huis te hebben. Tien RIEC’s, het LIEC en het EURIEC ondersteunen gemeenten hierbij. Met kennis en expertise, met concrete handvatten om de aanpak te verbeteren en met advies en ondersteuning.

Rol van de gemeenteraad

Om de opmars van ondermijnende criminaliteit een halt toe te roepen, moeten wij als overheid nog slimmer en effectiever samenwerken. Dit vraagt enerzijds om voldoende capaciteit en middelen, maar anderzijds ook om verbetering en versterking van de interne samenwerking, bijvoorbeeld tussen de verschillende afdelingen in de ambtelijke organisatie. Het is daarom belangrijk om voldoende geld te reserveren voor deze aanpak, maar ook om nauw samen te werken met andere partijen. De aanpak van ondermijning raakt alle collegeportefeuilles en daar ligt ook de oplossing.

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 14

Crisis in de raad

SOS Graffiti

Tekst Andrea Jansen
Foto WIki Commons

In december 2017 ligt het lokale bestuur van de gemeente Brunssum volledig plat. De burgemeester stapt op en het college valt. De oorzaak blijkt te liggen in de verstoorde verhoudingen binnen de gemeenteraad. Gerd Leers, voormalig minister en oud-burgemeester van Maastricht, weet de rust te herstellen. Zijn tips voor een gezonde en integere gemeenteraad:

  1. Besef dat mensen met andere bedoelingen misbruik kunnen maken van de politiek. De RIEC’s zijn daarom heel belangrijk: zij helpen de gemeente weerbaar te worden tegen criminaliteit.
  2. Zet de inhoud voorop: het gaat om de belangen van de gemeente, niet om persoonlijke voorkeur of aversie.
  3. Zorg dat je de regels en protocollen kent, maar vooral ook dat je ze eigen maakt.
  4. Zonder integriteit geen goed bestuur, dus wees alert en kritisch.
  5. Orde, fatsoen en respect voor elkaar zijn enorm belangrijk. Zet mensen niet te snel in een bepaalde hoek, dan beperk je de tegenmacht en die is juist zo belangrijk.

Wil je weten wat je kunt doen om de weerbaarheid van het lokale bestuur te vergroten? Bekijk dan hier het overzicht van tools.

Onlangs schreef Gerd Leers op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken het essay Van afrekencultuur naar hulpstructuur. Een beschouwing over integriteit en integriteitsbeleving op lokaal niveau.

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 14

Dilemma’s uit de praktijk

toetsenbord met vink, kruis en vraagteken

Tekst Andrea Jansen
Foto © Rijksoverheid

Drie raadsleden vertellen hoe zij omgaan met lastige situaties. Deze dilemma's komen uit een speciaal kaartspel dat het LIEC-RIEC ontwikkeld heeft.

Marjo Molengraaf, nam onlangs na 16 jaar afscheid als fractievoorzitter ChristenUnie in Gorinchem:

“Ik denk dat je altijd meteen heel open moet zijn bij dit soort kwesties. Ook om jezelf te beschermen. Je hebt de schijn al snel tegen. Dus als de sponsor zich meldt, zou ik meteen al met het bestuur en de sponsor om tafel gaan. Mochten er twijfels blijven en het bestuur toch met deze sponsor in zee gaan, dan zou ik aftreden als bestuurslid. Ik zou dit ook melden aan de burgemeester en ik zou niet deelnemen aan stemming over kwesties waarbij deze sponsor betrokken is. Dat zou ik trouwens ook niet doen als het wel een bonafide sponsor is. Of ik dit zou delen in de raad? Nee dat denk ik niet. Ik zou wel aangeven dat ik niet mee stem aangezien dit een sponsor is van een club waarbij ik betrokken ben. Maar mijn twijfels over de sponsor zou ik alleen delen met de burgemeester. Ik heb al eens een raadslid van een andere fractie aangesproken, omdat hij deelnam aan de stemming over een onderwerp waar hij bij betrokken was. Ik zie te veel dat mensen denken: dit kan nog wel, maar het is een glijdende schaal. Voor je het weet zit je in een ons-kent-ons clubje en dat moet je niet willen als je integriteit je lief is.”

Sjir Hanssen, was 12 jaar raadslid voor de VVD Rheden en was tevens lid algemeen bestuur NVvR:

“Allereerst zou ik het gesprek aangaan met het betrokken raadslid, om hem in kennis te stellen van de signalen die ik heb ontvangen en om het verhaal te toetsen. Als ik merk dat het niet bespreekbaar is, dan ga ik naar de griffier en de burgemeester, om samen met hen te kijken welke stappen we kunnen nemen. Als het wel bespreekbaar is en mijn collega ontkent maar ik wel met twijfels blijf zitten, dan ga ik alsnog naar de griffier en de burgemeester. Ik vertrouw daarbij op mijn morele kompas. Als blijkt dat het gaat om een strafbaar feit, dan ga ik zelf meteen aangifte doen. Dan is het aan het openbaar ministerie om verder onderzoek te doen en eventueel stappen te ondernemen. Het is vooral een dilemma op het moment dat zaken niet bewezen kunnen worden, maar iemand de schijn wel tegen heeft. Op dat moment verliest de betrokken persoon zijn geloofwaardigheid. Dat heeft een negatieve uitstraling op het betreffende raadslid, maar ook op zijn partij. Voor mij is dat simpel: ik wil dat niet onder de vlag van onze fractie. Ik heb wel eens meegemaakt dat een fractielid belangen had bij een bepaald dossier. Hij heeft toen niet meegestemd. Als in jouw buurt huizen worden gebouwd, stem je niet over het bestemmingsplan. Ik ben daar misschien wel heel rechtlijnig in, maar ik vind dat raadsleden boven alle mogelijke schijn van belangenverstrengeling verheven moeten zijn.”

Frits van Vugt, raadslid D66 in Gilze Rijen:

“Nee, dat zou ik zeker niet doen. Ik ben al vier jaar raadslid en heb best wel eens mensen gehad die naar mij toe kwamen met persoonlijke problemen met de gemeente, maar daarmee ben ik nooit naar een ambtenaar gegaan. Daar heb je niks te zoeken als raadslid. Als mensen problemen hebben met een beslissing van de gemeente, bijvoorbeeld over het aantal uren huishoudelijke ondersteuning, dan verwijs ik naar de procedures die ze kunnen volgen. Zoals een klacht indienen of een rechtszaak beginnen. Daar moeten ze dan zelf mee aan de slag. Dat doen mensen dan ook en soms krijgen ze gelijk en soms niet.

Het is een ander verhaal als ik zie dat er sprake is van een structureel probleem, of als een onderwerp al op de agenda staat van de raad. Ik ben eens benaderd door meerdere mensen die een probleem hadden op het gebied van ruimtelijke ordening. Hun aanvragen bleven lang liggen vanwege gebrek aan capaciteit. Dat heb ik toen wel besproken in de commissie, omdat de raad wel gaat over verdeling van de capaciteit en de prioriteiten.”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 14

Je wordt bedreigd, wat nu?

Bedreigd

Tekst Interview: Mariëlle van Bussel. Kaderteksten: Andrea Jansen
Foto Rutger Rog (headerfoto)

Raadsleden krijgen steeds vaker te maken met agressie en geweld. Dit heeft invloed op hun werkplezier, maar soms ook op hun gedrag. Het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur is 24 uur per dag bereikbaar voor raadsleden die te maken hebben met intimidatie, bedreiging of geweld. Voor een luisterend oor, praktisch advies of een doorverwijzing naar een lotgenoot of professionele hulpverlener.

Daniel van Schijndel, raadslid in Asten, is een van de vertrouwenspersonen die regelmatig geïntimideerde of bedreigde raadsleden te woord staat. Hoewel hij in Asten weinig casussen kent waarbij bestuurders of raadsleden direct bedreigd werden, kent Van Schijndel wel het gevoel van onveiligheid. Dat mag benoemd worden, vindt hij. “Wat voor de een niets betekent, kan voor de ander wel degelijk bedreigend overkomen.”

Onveilig gevoel

De onveiligheid zat ‘m voor Van Schijndel zelf in het gedrag van een ondernemer die eens onderwerp van gesprek was in de gemeenteraad en het college, vanwege het overtreden van allerlei regels. In het café werd hij op de schouder geslagen door één van de medewerkers van de betreffende ondernemer. 'Jij gaat wel vóór stemmen, hè', zei de man, terwijl er nog een groepje collega’s bij kwam staan.

“Ik voelde meteen dat ik op moest letten wat ik zou zeggen”, blikt Van Schijndel terug. “Ik deed er alles aan om het gesprek een andere kant op te buigen en was enorm op mijn hoede. Eenmaal thuis heb ik er nog over lopen piekeren. In feite is het geen intimidatie, maar het kwam op mij wel over als intimidatie.” Het onveilige gevoel heeft geen invloed gehad op zijn werk als raadslid, zegt hij. “Maar als ik deze personen tegenkom in de supermarkt, loop ik wel met een boogje om ze heen. Ze weten dat ik destijds kritisch was, ik heb geen idee hoe ze daarmee omgaan. Een soort black box die voor onrust zorgt.”

Klein bier

Het incident in het café vond Van Schijndel in eerste instantie te klein om te delen. “Het voelde toen als ‘klein bier’, ik wilde het simpelweg van me af laten glijden en verder gaan. Nu, een paar jaar later, zou ik het misschien anders doen. Ook dat soort gebeurtenissen, waar op een indirecte manier onveiligheid wordt gecreëerd, mogen aandacht krijgen. De een zegt, gewoon niet aan denken, maar dat lukt niet iedereen.”

Om zijn zorgen, die later alsnog ontstonden rondom hetzelfde incident, te delen, sprak Van Schijndel met een fractielid, de gemeentesecretaris en de griffier. “Ik wilde er niet alleen mee blijven zitten, dus ik heb het gedeeld. Het was fijn dat ze naar mijn verhaal luisterden en meedachten over hoe ik hier het best mee om kon gaan.”

Of het onderwerp een taboe is? “Het is niet iets wat je zomaar even bespreekt. Je moet je kwetsbaar durven opstellen, wat voor velen, en ook voor mij, lastig is. In een dorp zijn mensen, denk ik, sneller geneigd om te denken dat het bij hen niet voorkomt.”

Wat hij zijn collega-raadsleden in het land zou willen meegeven? “Een sparringpartner die jou een spiegel kan voorhouden is ontzettend behulpzaam als je geconfronteerd wordt met agressie. Je hebt het gevoel dat je niet alleen staat. Want je kunt in de krant wel lezen dat er nog meer slachtoffers zijn van agressie en/of intimidatie, maar wat zegt jou dat? Het helpt pas echt als je een nummer kunt bellen wanneer je niet meer weet wat je moet doen. Even met iemand sparren is dan erg fijn.”

Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van het Netwerk Weerbaar Bestuur. Lees verder op www.weerbaar-bestuur.nl/persoonlijke-verhalen

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 14

Grip op lokaal bestuur

Gemeentehuis Enschede

Tekst Andrea Jansen
Foto Wiki Commons (headerfoto)

De lokale politiek wordt er niet eenvoudiger op. Dat geeft criminelen meer kans om misbruik te maken van het ingewikkelde speelveld. Welke ontwikkelingen verzwakken de lokale democratie en hoe ga je daar als raadslid mee om? Rolf Jongedijk, al 18 jaar griffier bij de gemeente Enschede, geeft raad.

1. Gemeente als melkkoe ondermijnende criminaliteit

Gemeenten hebben steeds meer te maken met ondermijnende criminaliteit. Criminelen hebben de overheid ontdekt als melkkoe. Meer dan de helft van de gemeentebegroting gaat naar zorg. Geld dat grotendeels in contracten met marktpartijen belandt. Gemeenten sluiten die contracten af. Voor criminelen in de zorg, en bijvoorbeeld in vastgoed, is het interessant om invloed te krijgen bij ambtenaren, het college en de raad. Raadsleden staan als volksvertegenwoordigers het dichtst bij de inwoners. Het gebeurt dan ook vaak dat raadsleden signalen oppikken dat er iets niet klopt, bijvoorbeeld bij een zorgbureau of vastgoedondernemer. Ook komt het voor dat zij het gevoel hebben dat ze onder druk worden gezet. De raad kan daar zelf moeilijk tegen optreden, want de bevoegdheden daarvoor liggen eerder bij het college, de driehoek en het RIEC. Het is wel van belang dat de raad weet hoe je signalen goed oppakt, wegzet en volgt.

Wat kun je doen?

Als raadslid kun je ervoor zorgen dat je signalen van ondermijnende criminaliteit goed herkent. Vooral bij zorgfraude en vastgoedcriminaliteit speelt de gemeente (onbewust) een belangrijke rol. Pik je signalen op, bespreek ze dan niet zomaar in de gemeenteraad, maar altijd eerst met de griffier. Die kan meedenken en weet wie iets met het signaal kan doen. Als het meer is dan een signaal kun je de controlerende taak van de gemeenteraad gebruiken. Word je zelf benaderd door iemand waar je twijfels bij hebt, word je bedreigd of vermoed je dat een ander raadslid beïnvloed wordt door criminelen? Meld dat dan bij de griffier, de burgemeester of bij het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur. Blijf er nooit alleen mee zitten!

2. Raadsleden worden betrokken bij schrijnende situaties

Op papier is het heel simpel. De gemeenteraad is de lokale wetgevende macht, die onder andere de begroting, het bestemmingsplan en de beleidskaders bepaalt. Het college is de uitvoerende macht, daarbij geholpen door de ambtenaren. De gemeenteraad controleert het college en de rechterlijke macht bewaakt de rechtmatigheid van beide. Maar in de praktijk lopen de verantwoordelijkheden steeds vaker door elkaar. Een voorbeeld: de gemeenteraad heeft besloten dat er hard moet worden opgetreden tegen dealen van drugs. De burgemeester sluit vervolgens een woning omdat daar gedeald wordt. Maar in het huis woont een groot gezin, dat nu het huis uit moet, omdat het oudste kind drugs dealt. Het gezin komt flink in de problemen en klopt aan bij een raadslid voor hulp. Dat is heel lastig voor zo’n raadslid, want officieel moet dit gezin naar de rechter stappen. Maar wil je dat als raad? Aan de andere kant: je hebt als raadslid geen idee wat hier achter zit. Misschien word je wel voor het karretje gespannen van een grote drugsbende.

Wat kun je hieraan doen?

Als raadslid kun je het beste de scheiding van machten zo goed mogelijk vasthouden. Op momenten dat deze scheiding vertroebelt, heb je namelijk grotere kans dat er dingen mis gaan. In het voorbeeld hierboven kun je het verhaal van deze familie zien als reden om de kaders die de raad meegeeft aan het bestuur aan te passen, zodat andere gezinnen dit niet overkomt. Je kan bijvoorbeeld een voorstel doen om minderjarige kinderen niet meer uit huis te laten zetten. Blijf als raad uit de individuele kwesties, maar vertaal dit zoveel mogelijk naar het stellen van kaders. De raad doet veel meer dan enkel controleren achteraf, ook als het gaat om ondermijning en integriteit van het bestuur.

3. Steeds meer partijen in de gemeenteraad

In de lokale politiek worden de landelijke partijen steeds kleiner en komen er steeds meer kleine partijen bij. Lokale partijen zijn erg populair. Onze grondwet gaat uit van een evenredige volksvertegenwoordiging zonder drempels. Iedereen kan een politieke partij oprichten. Vrijwel iedereen die genoeg stemmen krijgt mag in de gemeenteraad plaatsnemen. Ook met een strafblad, ook als iemand vooral specifieke belangen nastreeft. Politieke partijen kunnen daarop zelf controleren, maar dat is niet verplicht en lang niet elke partij doet dat. Criminelen zien dat ook. Raadsleden geven bij landelijke enquêtes steeds vaker aan dat ze zien dat criminelen invloed proberen te krijgen via de gemeenteraad. In de afgelopen raadsperiode zelfs drie keer zo vaak dan in de periode daarvoor. Dat is niet zo raar, want het gaat bij gemeenten vaak om flinke sommen geld en grote (semi-)commerciële belangen.

Wat kun je hieraan doen?

De raad kan niet zelf selecteren bij de poort: de kiezer bepaalt wie er in de raad komt. Natuurlijk kun en moet je wel werken aan een goede cultuur, waarbij veiligheid en integriteit ook in eigen huis bovenaan staan. Daar kun je actief samen aan werken, daar zijn goede instrumenten voor. De gemeenteraad benoemt bovendien wél zelf de wethouders. Je kan hiervoor een sollicitatieprocedure opzetten waarbij integriteit en het risico op beïnvloeding worden meegewogen. Ook bij sleutelfuncties in de raad, bijvoorbeeld commissies, kun je hier alert op zijn. Hiervoor kun je aanvullend onderzoek doen en instrumenten inzetten (bijvoorbeeld risicoanalyses en weerbaarheidsscans). Verder is vooral een open en respectvolle cultuur in de raad zelf van belang. Spreek elkaar aan zonder te moraliseren, het vingertje te heffen of collega-raadsleden te veroordelen en in een hoek weg te zetten. Dat werkt juist averechts.

4. Het wordt steeds moeilijker om lokaal invloed uit te oefenen op het bestuur

Dit heeft een aantal oorzaken. Ten eerste verplicht Den Haag gemeenten steeds vaker tot regionale samenwerking. Denk bijvoorbeeld aan de veiligheidsregio’s, omgevingsdiensten en gezamenlijke aanbestedingen in de zorg. Als lokale gemeenteraad is het bijna niet te doen om op dat regionale niveau voldoende grip te houden, terwijl je er wel verantwoordelijk voor bent. Daarnaast zijn behoorlijk wat zaken tegenwoordig vertrouwelijk, wat ook niet helpt voor een transparante controle. Vanuit concurrentieperspectief zijn aanbestedingsprocedures, strategische samenwerkingscontracten en exploitatieplannen al snel geheim. Maar ook de hele wereld achter toezicht op en de aanpak van ondermijning is zelden openbaar. Bovendien zijn veel gemeentelijke diensten, zoals de schouwburg, sportvoorzieningen en gemeentewerken, tegenwoordig geprivatiseerd, wat ook zorgt voor verlies aan democratische controle op de uitvoering. Over de aansturing daarvan gaan ambtenaren en colleges, niet de raad. En dat zijn juist processen die gevoelig zijn voor ongewenste beïnvloeding.

Wat kun je hieraan doen?

Als gemeenteraad heb je behoorlijk wat mogelijkheden om het bestuur te controleren. Je kan contracten inzien, een extern bureau inhuren, ambtenaren vragen om bijstand, je hebt een accountant ter beschikking, je kan een raadsonderzoek of raadsenquête instellen. De controlefunctie van de gemeenteraad is superbelangrijk in onze democratie. De raad controleert ook daadwerkelijk op de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur, zorg dus dat je daarover ook gezaghebbende uitspraken kunt doen. En zorg dat je niet alleen incidenten bestrijdt, maar vooral ook kaders stelt. Transparante raadskaders maken controle op het uitvoerend bestuur effectief, waarmee je voorkomt dat er een sfeer ontstaat van ‘er is wat aan de hand maar we krijgen de vingers er niet achter’, want dat pakt zelden goed uit.

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 14

Netwerk of kliek?

Willeke Slingerland

Tekst Andrea Jansen
Foto Saxion

Nog maar een paar jaar geleden werd Nederland gezien als hét gidsland voor integriteit en betrouwbaar bestuur. Die tijd is voorbij, ziet lector Weerbare Democratie Willeke Slingerland van Hogeschool Saxion. Ongemerkt en meestal ook ongewild worden raadsleden en bestuurders beïnvloed door hun netwerk. “De lijn tussen netwerk en kliekje is dun.”

Netwerken is belangrijk in het lokale en landelijke bestuur. Zonder netwerken geen besluitvorming en geen draagvlak. “Als burgemeester, wethouder of raadslid moet je relaties opbouwen met ondernemers en verenigingen, dat is goed voor de gemeenschap”, vindt Slingerland. “Maar heel vaak tref je dan dezelfde mensen die verschillende petten op hebben. Ongemerkt kan het netwerk dan omslaan in een kliekje, dat vooral naar elkaar kijkt en te weinig oog heeft voor de buitenwereld. Zo kan het gebeuren dat een ambitieus plan uitmondt in een geldverslindend mislukt project.”

Netwerkcorruptie

Netwerkcorruptie, noemt Slingerland het ook wel. “Dat is wat anders dan geld aannemen voor een vergunning of steun in de gemeenteraad. Daarvoor hebben we genoeg regels en we snappen allemaal wat goed en fout is. Netwerkcorruptie gebeurt zonder dat je het in de gaten hebt. De netwerken waarin raadsleden verkeren kennen vaak veel overlap. Wat je kent, daar doe je zaken mee. Bovendien zijn de meeste mensen in je netwerk zoals jij. Dus je versterkt elkaars mening, je bent samen enthousiast over dezelfde plannen. Je gunt elkaar wat. Het is niet zwart of wit, het is een grijs gebied.”

Rode vlag

“Netwerkcorruptie is geen keiharde ondermijnende criminaliteit, maar het schept wel de structuren waarin ondermijning kan wortelen. In een democratie moet je altijd alert zijn op netwerkcorruptie, het is moeilijk in te dammen.” Slingerland adviseert raadsleden dan ook om elke dag opnieuw actief moreel beraad te houden. Dat doe je allereerst door regelmatig een ‘ongemakkelijk gesprek’ te voeren. “Als de mensen in jouw netwerk het te vaak met je eens zijn, dan is dat een rode vlag. Zorg dat je mensen om je heen hebt die je tegenspreken en lastige vragen stellen. Het is geen kwestie van nog meer regels, je moet er zelf mee aan de slag.”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 14

Aanpak ondermijning van keeper naar voorhoede

voetbalveld

Tekst Andrea Jansen

Ondermijnende criminaliteit bestrijden we het beste met een brede, maatschappelijke wijkaanpak, vindt prof. dr. Hans Boutellier van het Verwey-Jonker Instituut en de Vrije Universiteit. Aan Code Geel legt hij uit waarom.

“In sommige wijken zie je een stapeling van problemen. Sociale en psychische problemen, laaggeletterdheid, schulden. Weinig perspectief voor jongeren. De georganiseerde misdaad maakt daar gebruik van door jongeren in te zetten voor hand- en spandiensten en door misbruik te maken van bijvoorbeeld de detailhandel en de horeca. De verloedering wordt daardoor nog groter en dat werkt demoraliserend. Op deze manier is de ondermijnende criminaliteit een katalysator van de problematiek in deze wijken.

Die vicieuze cirkel maakt ondermijning een complex probleem. Aan de ene kant heb je de drugshandel, die zoveel geld genereert dat het een grote aanzuigende werking heeft en hele wijken erdoor verloederen. Aan de andere kant zijn er relatief weinig zichtbare slachtoffers. De relatie dader-slachtoffer is veel minder duidelijk dan bij andere vormen van criminaliteit. Eigenlijk is onze maatschappij het slachtoffer. Een dergelijke crisis van het systeem betekent ook dat alle partijen bij de oplossing betrokken moeten worden.

Achterhoedegevecht

Zo’n bredere maatschappelijke aanpak is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik vergelijk het weleens met een voetbalveld. In de achterhoede en in het doel staan de handhavers van politie, justitie en gemeenten. Die zijn nu veelal aan zet in de aanpak van ondermijning. Maar meestal komen ze pas in actie als het kwaad al is geschied. Het middenveld is daarom van groot belang in de preventie. Dat zijn bijvoorbeeld het onderwijs en de zorg. Partijen die eigenlijk helemaal niet zoveel met veiligheid te maken hebben, maar toch een cruciale rol spelen in het bestrijden en voorkomen van ondermijning. De voorhoede wordt gevormd door de burgers. Zowel de achterhoede als het middenveld moeten ervoor zorgen dat de burger aan de bal komt en hem ruggensteun geven als dat nodig is. Op dit moment voeren we nog te vaak een achterhoedegevecht en dat voelt soms als dweilen met de kraan open.

Juist in de wijken waar de problemen zich opstapelen is het belangrijk om het gevoel van rechtvaardigheid te herstellen. Laten zien dat misdaad niet loont, maar tegelijkertijd het gevoel geven dat de overheid er óók voor de inwoners van deze wijken is. Daarvoor is het belangrijk dat er voldoende kwaliteit en capaciteit is in de handhaving. Maar minstens zo belangrijk is het om mensen perspectief en kansen te bieden. Zoals Marcouch al eens zei: We moeten hen helpen de juiste afslag te nemen. Daarbij zijn onderwijs, werk en stabiliteit belangrijk. De beste leerkrachten zouden juist in die wijken moeten staan waar de problemen het grootst zijn.

Focus

Het lijkt misschien alsof het om lokale problemen gaat. Maar dit zijn lokale problemen van nationaal belang. Je hebt geld, capaciteit en een lange adem nodig om structureel zaken te kunnen veranderen. De aanpak van Rotterdam Zuid is een goed voorbeeld hiervan. Een nationaal programma voor een lokaal probleem, waarbij de inzet door alle partners voor 20 jaar gegarandeerd is. En focus. Ondermijning is een breed begrip, dus: wat ga je exact aanpakken? Maak duidelijke afspraken over taken en rollen van partners. De RIEC’s hebben nu al een belangrijke faciliterende en verbindende rol. Bovendien maakt het RIEC vaak het aanvalsplan, in de vorm van interventievoorstellen. Die rol zou je verder kunnen uitbouwen door partners te helpen om de juiste positie in te nemen, beter samen te werken en nieuwe coalities te smeden. In feite is het RIEC de coach van de integrale aanpak. Het is wel belangrijk dat die rol ook geaccepteerd wordt door de spelers – dan gaat het pas echt goed werken.”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 14

Handige tools en tips

skycrime landscape uitgesneden

Tekst Andrea Jansen

Meer weten over de aanpak van ondermijning? Weten wat je nog meer kunt doen om je eigen weerbaarheid te vergroten? Hieronder vind je een overzicht van handige tools.

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 14

Samen sterk tegen ondermijning

still uit de film Zicht

Tekst Andrea Jansen

Overal in Nederland zien we een toename van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. We zien steeds meer drugslabs en dumpingen van drugsafval, met enorme gevolgen voor mens en milieu. We zien ernstige vormen van geweld. We zien dat overheidsgeld misbruikt wordt door criminelen, zoals bij zorgcriminaliteit. We zien ondernemers, zoals vastgoedhandelaren en uitzendbureaus voor arbeidsmigranten, die met illegale constructies veel geld verdienen of geld witwassen.

De overheid werkt intensief samen om ondermijning tegen te gaan. Criminelen zitten echter niet stil. Daarom is het belangrijk om deze gezamenlijke aanpak telkens een stapje verder te brengen. De gemeenteraad speelt hierin een cruciale rol.

Wat is ondermijnende criminaliteit?

Criminelen verdienen miljarden aan ondermijnende criminaliteit. Dit gaat gepaard met excessief geweld, intimidatie en omkoping. Jonge en kwetsbare mensen worden gerekruteerd en wijken raken in de ban van de criminaliteit. Zo ondermijnt deze gevaarlijke parallelle wereld onze samenleving en rechtsstaat.

Samen ondermijning aanpakken

Ondermijning kunnen we als overheid alleen effectief aanpakken als we het samen doen. Het RIEC-convenant geeft overheidspartners de mogelijkheid om informatie te delen, zodat we gezamenlijk criminele netwerken beter in beeld kunnen brengen. Onder leiding van het RIEC wordt informatie gedeeld en gekeken hoe we een criminele organisatie het beste kunnen aanpakken.

Samen ondermijning voorkomen

Liefst willen gemeenten natuurlijk voorkomen dat criminelen voet aan de grond krijgen. Daarom is het heel belangrijk om elke gemeente weerbaar te maken tegen georganiseerde criminaliteit. Er zijn steeds meer instrumenten die gemeenten kunnen inzetten om criminelen te weren. Denk bijvoorbeeld aan de Wet Bibob, het Damocles-beleid en vergunningsplichten voor bepaalde branches. Ook is het belangrijk dat inwoners, ambtenaren, raadsleden en bestuurders signalen van ondermijning en ongewenste beïnvloeding kunnen herkennen en weten wat ze eraan kunnen doen.

Gemeente spil in de aanpak

De gemeente speelt een belangrijke rol in de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Hoe groot de criminele organisatie ook is, deze wortelt altijd lokaal. Er is altijd een locatie nodig voor een drugslab, een contract met de gemeente voor een zorgcrimineel of een wijziging van het bestemmingsplan voor een groot project van een malafide vastgoedhandelaar. Om ondermijnende criminaliteit te stoppen is het cruciaal dat elke gemeente blijft investeren in:

  • haar eigen informatiepositie
  • informatiedeling tussen afdelingen en met partners
  • instrumenten die criminelen aanpakken en afschrikken,
  • de capaciteit, kennis en expertise van de ambtelijke organisatie.

Ondersteuning

De aanpak van ondermijnende criminaliteit vraagt daarom veel van een gemeente, terwijl het taakveld van een gemeente al enorm breed is. Het is daardoor niet altijd mogelijk om alle kennis en expertise in huis te hebben. Tien RIEC’s, het LIEC en het EURIEC ondersteunen gemeenten hierbij. Met kennis en expertise, met concrete handvatten om de aanpak te verbeteren en met advies en ondersteuning.

Rol van de gemeenteraad

Om de opmars van ondermijnende criminaliteit een halt toe te roepen, moeten wij als overheid nog slimmer en effectiever samenwerken. Dit vraagt enerzijds om voldoende capaciteit en middelen, maar anderzijds ook om verbetering en versterking van de interne samenwerking, bijvoorbeeld tussen de verschillende afdelingen in de ambtelijke organisatie. Het is daarom belangrijk om voldoende geld te reserveren voor deze aanpak, maar ook om nauw samen te werken met andere partijen. De aanpak van ondermijning raakt alle collegeportefeuilles en daar ligt ook de oplossing.

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 14

Colofon

Code Geel, Editie 14 Jaargang 6

Publicatiedatum
dinsdag 05 april 2022
Hoofdredactie
Nadine Vaes
Productie
Communicatie LIEC
Eindredactie
Andrea Jansen
Vormgeving
Leene Communicatie
E-mail
communicatie@liec.nl
Internet
http://riec.nl
Copyright
CC0 1.0 Universal