Foto Gemeente Emmen

Eric van Oosterhout kwam een dik jaar geleden niet in een gespreid bedje op zijn eerste werkdag als burgemeester van Emmen. Loco-burgemeester Bouke Arends kon hem nog net de ambtsketting omhangen voordat hij met gierende banden moest onderduiken. Wethouder Bouke Durk Wilms kondigde aan dat hij nog maar enkele weken te leven had. Wat een mooi feest had moeten worden, nam bizarre vormen aan.

installatie Eric van Oosterhout
Eric van Oosterhout, burgemeester van Emmen

“Ik wist dat de gemeente Emmen zeer actief was tegen motorclub No Surrender. Ik kende de gemeente en de wethouders vanuit mijn vorige burgemeesterschap van Aa en Hunze. Vooral Bouke Arends en Bouke Durk Wilms kende ik goed. In het weekeinde voor mijn installatie in Emmen, die op maandagmiddag was gepland, kreeg ik twee telefoontjes. Het eerste was van Bouke Arends. Hij moest van het Openbaar Ministerie wegens ernstige bedreigingen onderduiken op een nog onbekende plek. Hij wilde per se wachten op de installatie en mij de ambtsketting omhangen. Hij was immers negen maanden vervangend burgemeester geweest. Maar daarna zou hij meteen vertrekken met zijn vrouw. Hij wist niet waarheen.

“Mijn vrouw vroeg meteen: ‘Moet jij over een week ook onderduiken?’”

Schokkender

Het tweede telefoontje was zo mogelijk nog schokkender. Bouke Durk Wilms belde mij om te vertellen dat hij terminaal ziek was. De met spoed ingelaste collegevergadering op de maandagochtend van mijn installatie zou zijn laatste zijn. Tegen mijn vrouw heb ik gezegd: ‘Maandagochtend moet ik alvast even naar Emmen.’ Dat was vreemd natuurlijk, want ik zou daar ’s middags feestelijk onthaald worden. Ik heb haar summier ingelicht en haar vraag was meteen: ‘Moet jij over een week ook onderduiken?’ Diezelfde vraag stelde ik aan de officier van justitie. Het antwoord was niet heel geruststellend: ‘Jij hoeft je niet direct zorgen te maken.’”

Daar zaten we dan maandagochtend, voor het eerst en het laatst met het voltallige college. Bouke Arends kondigde aan dat hij voor enkele weken zou moeten onderduiken. Bouke Durk Wilms vertelde zijn collega’s dat hij nog maar enkele weken te leven had. We waren erg verdrietig en bezorgd. Het emotioneert me nog steeds als ik daaraan terug denk.

“Het stadhuis leek wel een belegerde vesting”

Flink mis

Een installatie als burgemeester, dat is normaal gesproken een leuk feestje. Ik had behoorlijk wat familie en vrienden uitgenodigd. Er waren veel burgemeesters, de gemeenteraad was er, de commissaris van de Koning, ambtenaren. De zaal zat stampvol.  Maar het gemeentehuis leek wel een belegerde vesting. Overal mannen en vrouwen met oortjes. Zo onopvallend mogelijk natuurlijk, maar toch had iedereen meteen in de gaten dat er iets flink mis was. Na de installatie was er een receptie. Ik kreeg cadeautjes, schudde handen, ging op de foto.

Op hetzelfde moment vertrok Bouke Arends met zijn vrouw in een gepantserde auto met gierende banden richting Schiphol. Auto’s met beveiliging ervoor en erachter. Niet stoppen, niet langs de douane. Pas op Schiphol hoorde hij dat hij naar Schotland vertrok. Zijn volwassen kinderen bleven achter, maar mochten niet in het huis van hun ouders verblijven en ook niet in hun auto rijden. Een absurde situatie.

Eric van Oosterhout
Eric van Oosterhout

Opvallend stil

Ondertussen konden we niemand vertellen wat er aan de hand was. Pas een half jaar nadat alles achter de rug was kwam Bouke Arends met zijn verhaal naar buiten. Iedereen wist van de inval in het clubhuis van No Surrender, maar niemand legde de link. Ten minste, niet in het openbaar. De pers bleef opvallend stil. Er is overigens nooit bewezen dat No Surrender achter de bedreigingen zat, maar dat was wel de heersende gedachte. In de drie weken dat Bouke ondergedoken zat, had ik als enige van de gemeente dagelijks contact met hem. Dat was zwaar. Hij maakte zich zorgen om zijn kinderen. Ook had ik veel contact met Bouke Durk Wilms, die helaas binnen een maand overleed. Het ging me allemaal niet in de koude kleren zitten. Spijt van mijn overstap naar Emmen heb ik nooit gehad, maar de lol was er wel een beetje af, die eerste weken.

Het college ging met drie wethouders verder. Het hadden er vijf moeten zijn. Ondertussen maakte ik kennis met de gemeente, ambtenaren, ondernemers. Alles wat een burgemeester zoal in de eerste weken doet. Het was prettig dat ik op dat moment nog in een andere gemeente woonde, omdat mijn huis nog verkocht moest worden. Zo kon mijn gezin een beetje afstand bewaren. Ik hield er ernstig rekening mee dat de bedreigingen mijn kant op zouden komen. Dat is tot op de dag van vandaag niet gebeurd.

Geïntimideerd

Ik merkte dat de inwoners van Emmen, evenals sommige ambtenaren, zich nog niet bewust waren van de gevaren van ondermijning. Toen No Surrender in bezwaar ging tegen de sluiting van het clubhuis, organiseerde de onafhankelijke bezwaarcommissie een zitting op de vierde verdieping van het gemeentehuis. Stonden er opeens twintig leden van No Surrender in full color bij de balie. De bezwaarcommisie voelde zich zwaar geïntimideerd. Van tevoren hadden ze daar niet over nagedacht en de politie en ik hoorden dit pas op het laatste moment.

“Als je hier niet wakker van ligt, moet je als burgemeester wat anders gaan doen”

We hebben in het afgelopen jaar hard gewerkt aan bewustwording bij ambtenaren op het gebied van ondermijning. We houden bijeenkomsten over ondermijning samen met het RIEC en geven ambtenaren het boek De achterkant van Nederland. Er is een groeiend besef dat het menens is. We zijn daarom ook voorzichtig met namen van ambtenaren op gevoelige stukken.  

Wake-up-call

Het beleid tegen criminele motorbendes hebben we onveranderd voortgezet. Maar ondermijning is veel breder dan motorclubs, het speelt in alle hoeken en gaten van de samenleving. Zorgfraude en oud-ijzerhandel zijn bijvoorbeeld een groeiend probleem, net als drugs en economische schijnconstructies. Tegenwoordig gaat hier elke nieuwe horecazaak langs het RIEC. De ondermijningsbeelden laten zien dat we met onze aanpak op het goede spoor zitten, dat we niet overdrijven. Alle ambtenaren moeten een antenne ontwikkelen voor ondermijning. Ook de zorgteams en de baliemedewerkers.

In deze Code Geel ook artikelen over de aanpak van een woonhuis dat diende als clubhuis en over het verbod op OMG's.

Ik was niet naïef over ondermijning, maar toch was dit voor mij een wake-up-call. Ik ben al elf jaar burgemeester en ik merk dat het thema ondermijning me de laatste jaren steeds dichter op de huid gaat zitten. Het is een wijdverbreid probleem, urgent en moeilijk te pakken. Ik vraag me continu af of we niet iets over het hoofd zien. Als je hier niet wakker van ligt, moet je als burgemeester wat anders gaan doen.”