Tekst Andrea Jansen
Foto Hollandse Hoogte

De automotivebranche sprong eruit tijdens een gebiedsanalyse van Bureau Beke naar ondermijning op bedrijventerrein Plaspoelpolder in Rijswijk. Met zestig autobedrijven was de branche flink oververtegenwoordigd, met een aantal schimmige of ronduit louche bedrijven, volgens de analyse. Voor burgemeester Michel Bezuijen van Rijswijk was het een uitgemaakte zaak: hier moeten we iets aan doen!

Michel van Bezuijen, burgemeester van Rijswijk. Foto: Gemeente Rijswijk

“Dat we maatregelen moesten nemen, was voor iedereen duidelijk. Voor mij, voor de ambtenaren én voor de politiek. Het lastige was: hoe doen we dat?”, vertelt burgemeester Bezuijen. Hij koos voor een vergunningplicht voor de hele automotivebranche in Rijswijk. In sneltreinvaart paste de gemeente de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aan om de vergunningplicht voor branches mogelijk te maken.

“Het voordeel van de vergunningplicht is, dat je meteen meer zicht krijgt op de branche. Je weet beter wat voor vlees je in de kuip hebt. Bovendien is een Bibob-procedure nu mogelijk en kun je, na controles, een dwangsom opleggen, een vergunning intrekken of zelfs een bedrijf sluiten.”

Sinds 1 januari 2020 is de vergunningplicht een feit en moeten alle nieuwe én bestaande ondernemers in de Rijswijkse autobranche een vergunning aanvragen. Vijfentwintig bedrijven hebben dat inmiddels gedaan. Dat zijn er minder dan tijdens het onderzoek van Beke. Is dat het eerste effect van de vergunningplicht? “Het kan zijn dat malafide bedrijven hebben besloten om te verkassen. Maar het is nog te vroeg om dat te zeggen, we moeten de controles afwachten.”

Burgemeester Bezuijen twijfelde er niet aan dat er maatregelen moesten worden genomen. Foto: Gemeente Rijswijk

De meeste ondernemers zitten niet te wachten op extra papierwerk. Toch werd de vergunningplicht redelijk goed ontvangen door de branche, zo bleek tijdens de informatieavonden voor ondernemers. “Een groot deel van de autobedrijven is natuurlijk gewoon te goeder trouw. Zij hebben last van malafide bedrijven. Die zorgen voor oneerlijke concurrentie en geven de branche een onbetrouwbaar imago. Als je een vergunning hebt, dan kun je ook echt laten zien dat jouw bedrijf klopt.”

"Buurgemeenten hebben interesse in de aanpak van Rijswijk"

Henk Ferwerda.

Al verliep de invoering goed, toch legt de vergunningplicht een flinke druk op het gemeentelijk apparaat. “Het is enorm veel werk. Niet alleen het aanpassen van de APV en het regelen van de vergunningplicht, maar vervolgens ook het afhandelen van alle aanvragen en straks de controles om de vergunningplicht te handhaven. Ik denk dat het daarom belangrijk is om niet te veel tegelijk te willen doen. Eén branche is voor nu echt genoeg. Wij kunnen dit doen met financiële steun vanuit de versterkingsgelden, anders is het niet te betalen.”
Buurgemeenten hebben interesse in de aanpak van Rijswijk. “Het is vrij eenvoudig om je malafide bedrijf te verhuizen naar een gemeente een paar kilometer verderop. Door regionaal eenzelfde aanpak in te voeren voorkom je dat. Daar gaan we nu aan werken.”

Slecht imago

Waarom wordt de autobranche zo vaak gelinkt aan ondermijnende criminaliteit? Onderzoeker Henk Ferwerda licht toe.

“Criminelen hebben, naast wapens, geld en communicatie- middelen, altijd vervoer nodig. Als vluchtauto, als transportmiddel, om mee wit te wassen, om een aanslag mee te plegen of om geld mee te verdienen. Als wij onderzoek doen naar ernstige vormen van criminaliteit, rijden er bijna altijd figuurlijk auto’s door dossiers. We zien een verschuiving van de beruchte witte busjes naar gestolen auto’s en huurauto’s. Steeds vaker komen die auto’s uit het buitenland en worden ze, nadat ze gebruikt zijn bij het plegen van een ernstig strafbaar feit, in brand gestoken om sporen te vernietigen. Een auto bevat veel sporen, dat weten criminelen ook.”

“Klanten van criminele autobedrijven willen bijvoorbeeld een auto huren voor een ramkraak, willen een verborgen ruimte laten inbouwen om geld, drugs of wapens te vervoeren of gebruiken een geprepareerde bus voor het lozen van drugsafval of voor mensenhandel. Een gehuurde auto maakt je anoniem, zeker als deze niet traceerbaar is of in de fik wordt gestoken. Maar een dure auto is ook een statussymbool voor criminelen. Als je veel zwart geld hebt, kun je dat investeren in vastgoed, boten, paarden en paardentrailers of in dure auto’s. Zo’n auto kun je ook nog eens fijn showen.”

“Achter autodiefstal zit een flinke industrie. Auto’s worden gestolen en dan ‘koud gezet’ op bijvoorbeeld een bedrijventerrein, met de bedoeling om deze later te gebruiken voor een ramkraak of een aanslag. Maar ook om er veel geld mee te verdienen. Bendes zoeken via Google View een bepaald merk auto, sturen daar een groep stelers op af die met een boodschappenlijstje in de hand de auto’s ‘ophalen’ en een groep rijders rijdt ze vervolgens de grens over. Of ze gaan naar een strip- en omkatfabriek. Gestolen auto’s liggen daar binnen enkele uren in onderdelen op de plank of krijgen een andere identiteit.”

“In Rijswijk heb je hele mooie, maar ook hele louche autobedrijven. De verschillen zijn groot. Elk bedrijventerrein heeft wel één of twee straten waar je ziet dat het niet pluis is. Soms zie je hele dure auto’s staan voor een vervallen zaak, mannen die op de uitkijk staan en als je naar binnen gaat merk je al heel snel dat je niet welkom bent. Deze gasten willen helemaal niets verkopen.”

“We moeten beseffen dat criminele autobedrijven actief meewerken aan zware criminaliteit, waarbij slachtoffers vallen. De impact op de maatschappij is enorm, denk maar aan dumping van drugsafval in een woonwijk of het feit dat je bijna nergens meer geld kunt pinnen vanwege het gevaar van ramkraken. Je móet dit wel aanpakken. Het straalt ook af op de ‘goede’ autobedrijven, die hebben hier echt last van. Het is vaak helemaal niet zo moeilijk om te zien waar de foute bedrijven zitten. Praat maar eens met een bonafide ondernemer, die kan je de louche bedrijven zo aanwijzen. En ook de wijkagent, toezichthouder en buurtbewoners kunnen je precies vertellen waar je (niet) moet zijn. Of ga eens op mystery-bezoek bij zo’n bedrijf; als je merkt dat je niet gewenst bent, dan weet je dat het fout zit.”

Dr. Henk Ferwerda is criminoloog, politieonderzoeker en directeur van Bureau Beke. Sinds 1986 publiceert en adviseert hij op diverse terreinen van de criminaliteit, het veiligheidsbeleid en de strafrechtketen.