Tekst Andrea Jansen
Foto Hollandse Hoogte. *De docent en kinderen op de foto zijn niet de mensen uit dit artikel.

Hoe voorkomen we de criminele aanwas van verstandelijk beperkte jongeren?

Geen geld voor een buskaart, maar wel een duur bomberjack. Een kind dat met zeven telefoons naar school komt en op allemaal gebeld wordt. Gestolen scooters op het schoolplein. Meiden die slachtoffer worden van loverboys, worden afgeperst. Docent Tessa ziet het allemaal in haar klas op een school voor zeer moeilijk lerende kinderen. “Bij de helft van de kinderen in mijn klas heb ik wel eens twijfels.”

De groep jongeren waarmee Tessa werkt heeft een IQ van 50 tot 60. Ze zijn tussen de 16 en 18 jaar, en zitten in de laatste schooljaren. Tessa begeleidt hen naar een plek binnen de maatschappij. Dat is vaak een gesubsidieerde baan, de groenvoorziening van de gemeente of dagbesteding. Veel van deze kinderen komen uit kwetsbare milieus, wonen in probleemwijken en/of komen uit gezinnen met schulden. Hun ouders spreken vaak geen Nederlands, zijn zelf niet naar school geweest en/of hebben veel kinderen.

"Deze kinderen willen ook gewoon geld hebben"

Weerbaarheid

Tessa merkt dat haar leerlingen opgroeien met criminaliteit en daarin meegezogen worden. “Ze weten hoe je een fiets kunt stelen, hoe je sloten openmaakt. Ze laten me filmpjes zien met dubieuze praktijken, komen met gestolen scooters naar school, en dragen de duurste kleding terwijl hun ouders zeggen geen geld te hebben voor medicatie voor hun kind. Ik heb een zestienjarige jongen in de klas die zijn broers met de auto naar een andere stad rijdt, zodat ze een duur feest kunnen bezoeken; terwijl het gezin in de schuldsanering zit.” Zij denkt dat een laag IQ zeker van invloed is op de weerbaarheid van haar leerlingen tegen criminaliteit. “De kinderen zijn best wel goedgelovig en kunnen situaties niet zo goed inschatten. Ze hebben niet de beste vooruitzichten en willen ook gewoon geld hebben.”

Tessa is niet alleen alert op school, maar ook op de stageadressen van haar leerlingen. “Een leerling had zelf een stage geregeld bij een kapper, maar als wij daar kwamen was er nooit een klant. Dat is raar. Dan ga je eens wat vaker onaangekondigd langs, maar het is lastig, want je wilt ook niet dat zo’n jongen door jou een baan misloopt. Uiteindelijk heb ik deze jongen bij een andere kapper kunnen plaatsen, waar hij nu een gesubsidieerde baan heeft.”

Isabeth Mijnarends.

Voorspellen

Isabeth Mijnarends, landelijk jeugdofficier en hoogleraar jeugdstrafrecht aan de Universiteit Leiden, beaamt dat een verstandelijke beperking kinderen extra kwetsbaar maakt voor criminaliteit. “Vier risicofactoren zijn belangrijke voorspellers van crimineel gedrag: het gezin, de sociale omgeving (denk aan school en ook de wijk), individuele kind-problemen (gedragsproblemen als ADHD en ODD) én het IQ (in combinatie met de schoolcarrière). Het gaat wél om de samenhang van deze risicofactoren; een gebroken gezin is geen voorbode voor crimineel gedrag. Wél als er ook sprake is van een achterstandswijk, foute vrienden en problemen op school."

We weten – dankzij de opkomst van de neurowetenschappen – steeds beter dat alle jeugdigen (in ieder geval tot 14 jaar) moeite hebben om de consequenties van hun gedrag echt te overzien, laat staan als het verstandelijk beperkte jeugdige verdachten betreft. Deze groep jeugdigen is nog gevoeliger voor druk, wat hen extra kwetsbaar maakt voor een criminele omgeving. "Maar", vervolgt Mijnarends, "ook nu geldt dat het de combinatie van risicofactoren is die professionals alert moet maken: een kind met een laag IQ uit een probleemwijk, met familie in de criminaliteit, heeft veel meer kans om in de criminaliteit te belanden dan een kind met een verstandelijke beperking dat in een sterk sociaal milieu opgroeit.”

“Kinderen kunnen de consequenties van hun gedrag niet overzien, maar verstandelijk beperkte kinderen kunnen dit nog minder”

Justitie komt pas in beeld als er een vermoeden is dat een kind van 12 jaar of ouder verdacht wordt van een strafbaar feit, maar vaak zijn er al veel eerder aanwijzingen dat het mis gaat. “Je ziet het aankomen, soms al op heel jonge leeftijd. Ouders die in de problemen zitten, kindermishandeling, schoolverzuim, broers in de criminaliteit, gedragsproblemen, het plegen van kleine delicten. Het zijn allemaal voorspellers voor een criminele carrière.”

Op tijd signaleren

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat hoe vroeger een kind begint, hoe groter de kans op recidive en hoe groter de kans op het plegen van ernstiger delicten. “Je ziet ze harder worden, is dat omdat wij ze te laat zien?”, vraagt Mijnarends zich af. “Ik wil zoeken naar mogelijkheden om als justitie meer met scholen en de zorg op te trekken, met respect voor eenieders kerntaken en expertise. Want de vraag is: detecteren en signaleren we op tijd? Welke organisatie wordt op welk moment geïnformeerd en kan er snel accurate hulp en zorg worden geboden en via het strafrecht worden opgetreden als dat noodzakelijk is?"

"Tegelijkertijd maakt de privacywetgeving het uitwisselen van informatie tussen strafrecht en zorg vaak nog ingewikkeld. Als je je dan ook bedenkt met welke problemen we te kampen hebben in de jeugdhulp op dit moment (wachtlijsten, gebrek aan passende interventies waar het complexe problematiek betreft) en dat veel jeugdige verdachten met een laag IQ nog kwetsbaarder worden in een jeugdgevangenis, maakt dat de aanpak van de jeugdcriminaliteit tot een veelkoppig monster.”

De invloed van de groep waar jongeren bij willen horen blijkt vaak veel groter dan de invloed van de ouders. Foto: Hollandse Hoogte

Ook voor gemeenten zijn criminele jongeren een lastig probleem. Zij hebben last van deze jongeren en bestrijden die overlast bijvoorbeeld door preventief te fouilleren of door gebiedsverboden. Tegelijkertijd hebben gemeenten ook zorgplicht. Hoe besteed je voldoende aandacht aan beide kanten? “Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam wil ouders gaan beboeten als kinderen een mes op zak hebben. Maar ouders van jonge criminelen zijn zelf vaak ook kwetsbaar. Kunnen zij door een boete hun kind stoppen? Of moet je het gezinssysteem sterker maken?”

Lees hier ook het artikel over de verschillende initiatieven die er zijn om jongeren weerbaar te maken.

Scholing

De invloed van de ouders moet ook weer niet overschat worden, zegt Mijnarends. “De invloed van de groep waar jongeren bij willen horen blijkt vaak veel groter dan de invloed van de ouders. Daar waar de invloed van ouders – via bijvoorbeeld systeemtherapie – kan worden versterkt moet dat zeker gebeuren, maar scholing is ten minste zo’n belangrijk wapen tegen criminele aanwas. Bovendien constateren scholen vaak als eerste dat er iets mis is, bijvoorbeeld omdat een kind te veel verzuimt. Daarom is het zo belangrijk om docenten op te leiden in het herkennen en omgaan met risicokinderen.”

“Docenten zien vaak als eerste dat er iets mis is”

Ook docent Tessa ziet voor zichzelf een belangrijke rol in het weerbaar maken van haar leerlingen tegen criminaliteit. “Ik leer mijn klas vooral om zich te redden in de maatschappij. Door ze praktische opdrachten te geven voor rekenen en taal, door ze te leren hoe je je gedraagt op het werk. Daarbij hoort ook voorlichting over criminaliteit, maar voor deze groep is er maar weinig aanbod. Het zijn kinderen die cognitief op het niveau van de basisschool functioneren, maar tegelijkertijd ook gewoon puber zijn. Bovendien heb ik veel kinderen met een migratieachtergrond in de klas en die herkennen zich vaak niet in de mensen die voorlichting komen geven. Het zou ons helpen als voor hen geschikte programma’s worden gemaakt.”