Tekst Andrea Jansen
Foto Hollandse Hoogte

Publiek-private samenwerking (pps) is een actueel thema in ondermijningsland. PostNL zette deze stap al enkele jaren geleden. Robert Hoeksma, corporate security officer bij PostNL, vertelt. “Samenwerken met de overheid levert heel veel op, maar vraagt ook veel van alle partijen.”

1) Waarom zocht PostNL de samenwerking met de overheid bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit?


“PostNL staat als logistiek bedrijf midden in de samenleving. Wat daar gebeurt, kan ook bij ons gebeuren. Dat betekent bijvoorbeeld dat criminelen proberen misbruik te maken van ons post- en pakkettennetwerk. We doen er alles aan om dit te voorkomen. We zagen in dat we ons niet moeten focussen op de incidenten die daarmee gepaard gaan, maar op de fenomenen erachter. We wilden aan de slag met de kwetsbaarheden in het logistieke proces. Daarom keken we verder dan de incidenten en stelden dossiers samen met daarin een beschrijving van het fenomeen en de incidenten erachter. Maar telkens weer bleek dat door de politie alleen de incidenten eruit werden gepikt en werden verdeeld over de verschillende eenheden. Terwijl wij juist het probleem en de structuur erachter wilden aanpakken. Uiteindelijk kwamen we uit bij het LIEC, het ministerie van Justitie en Veiligheid en het RIEC Den Haag. Zij hebben ons geholpen om een publiek-private samenwerking op te zetten.”

Gemeenten en PostNL

PostNL wordt regelmatig benaderd door gemeenten of lokale instanties om mee te werken aan initiatieven om ondermijning tegen te gaan. Deelname aan alle lokale initiatieven is qua capaciteit niet haalbaar, maar PostNL neemt graag deel aan regionale of landelijke initiatieven.

2) Hoe pak je dat achterliggende probleem dan aan?


“Ons doel is om misbruik van de post- en e-commercesector door criminelen tegen te gaan. Dat doe je niet door te focussen op mensen, incidenten of locaties. Dat doe je allereerst door samen met je partners je informatiepositie te verbeteren, vervolgens informatie in de bredere context te plaatsen en dan pas kun je het probleem effectief aanpakken. Regelmatig hoor je dat informatie delen niet mag, maar om zicht te krijgen op methodieken en fenomenen heb je helemaal geen privacygevoelige informatie nodig. Je moet jezelf bovendien niet te veel inkaderen door al vroeg te focussen op bijvoorbeeld drugs. We hebben met de Douane, politie en het RIEC een pilot gedraaid. We kwamen erachter dat de incidenten die wij zagen nog maar het topje van de ijsberg vormden. Er zaten veel meer vormen van criminaliteit achter. Het gaat nooit alleen om drugs of fraude. Het gaat vooral om het verdienen van heel veel geld.”

“De belangen van organisaties verschillen, maar we vinden elkaar in het probleem”

3) Wat leverde de samenwerking op?

“Vooral het inzicht dat we samen ontzettend veel kunnen zien. De potentie van de samenwerking is enorm. We begonnen bijvoorbeeld met valse facturen en kwamen, door alle informatie te combineren, uiteindelijk uit bij goudhandel. Allemaal in hetzelfde netwerk. Maar de spin-off was niet alleen positief."

4) Wat heb je nodig voor een succesvolle publiek-private samenwerking?

“Het belangrijkst zijn de mensen. Die moeten verder kunnen en willen kijken dan hun eigen taak en ze hebben een sterke drive nodig. De belangen van organisaties verschillen, maar we vinden elkaar in het probleem. Dát willen we samen aanpakken. Heb je de juiste mensen aan tafel, dan moeten deze de tijd en ruimte krijgen om dit werk te doen. Dat vraagt om draagvlak in de eigen organisatie. En dat is niet vanzelfsprekend, want deze manier van samenwerken is nieuw en vraagt een lange adem. Een goede samenwerking binnen de overheid is belangrijk en tot slot moet je door de doelen van de verschillende organisaties heen kunnen breken. Er ligt nu bijvoorbeeld een flinke focus op drugs, maar als je je alleen daarop richt, dan mis je de context en is het effect uiteindelijk nihil.”

“Het gaat nooit alleen om fraude, drugs of goud, het gaat om wat erachter zit!”

5) De pilot is afgelopen, hoe wil PostNL nu verder?

“Wij willen de samenwerking graag voortzetten, maar het liefst breder dan alleen PostNL. Er zijn natuurlijk veel andere logistieke partijen, maar je kunt ook nog verder denken dan dat. Alle organisaties die midden in de maatschappij opereren zijn van belang voor de aanpak van ondermijning. Denk maar aan het openbaar vervoer, banken, energiemaatschappijen. En allemaal beschikken zij over een enorme hoeveelheid informatie, waarmee je fenomenen goed inzichtelijk kunt maken. Er liggen zoveel kansen in die samenwerking. Eigenlijk is het heel gek dat we dit nog niet doen!”

Van false facturen tot goud


Het begon allemaal met een telefoontje van een bank naar PostNL over valse facturen. Onder leiding van het RIEC Den Haag bogen analisten zich over de stukjes informatie die het RIEC, PostNL en de politie bij elkaar konden leggen. In plaats van te focussen op de poppetjes of locaties achter de factuurfraude, richtten de analisten zich op het mechanisme erachter. Wat is hier aan de hand? Hoe herkennen we dit? Kunnen we hier indicatoren voor opstellen? Hoe kunnen we hier iets tegen doen? Het team stuitte op verschillende vormen van criminaliteit: witwassen, mensenhandel, misbruik van kwetsbare mensen als geldezel, geweld, whatsapp-fraude, drugs, goudhandel.

Projectleider Mona Starink van RIEC Den Haag vindt het belangrijk dat deze manier van werken breder wordt ingezet. “Nu worden vooral de geldezels, die sowieso meestal al kwetsbaar zijn, gepakt en bestraft. Maar dat verandert helemaal niets aan het probleem. Deze criminelen willen heel veel geld verdienen, hoe is niet belangrijk. Het gaat niet om fraude, niet om drugs, het gaat zelfs niet om goud, het gaat om wat erachter zit!”