Code Geel Editie 8

Code Geel Editie 8

Deze printvriendelijke versie bevat niet de volledige inhoud van het online magazine, maar alleen de teksten en een beperkte selectie foto´s. Het hele online magazine met alle foto´s, video´s en multimedia kan worden bekeken op:
https://magazines.riec.nl/codegeel/2020/08

Nog een tip voor het geval u het magazine wil printen: Heeft u een Windows-computer en bekijkt u het magazine met het programma Chrome? Dan adviseren we u voor het afdrukken alleen gebruik te maken van het zogenoemde dialoogvenster (Ctrl+P).

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 8

Buitenlandse criminelen in Nederland

Tekst Andrea Jansen
Foto Gemeente Sittard-Geleen

Zo rond 2016 begon het op te vallen: als er in Sittard of Geleen een hennepkwekerij werd opgerold, dan was het vaak iemand uit Albanië die op de plantjes paste. Bovendien zag de gemeente bij controle van kamerverhuurpanden steeds meer mensen van Albanese afkomst zonder enige binding met de regio. Geen werk, geen school, geen familie, geen kennissen. Ze wisten vaak niet eens waar ze waren.

De gemeente Sittard-Geleen en de politie doken er, mede op basis van een RIEC-analyse, dieper in en gingen gerichter controleren. De baliemedewerkers van de gemeente werden geïnstrueerd om goed op te letten als mensen zich kwamen inschrijven. Bij twijfel ging de gemeente even langs de woning. Dat leverde nog meer hennep én nog meer mensen van Albanese afkomst op, die opvallend vaak een andere nationaliteit hadden aangenomen.

Spookbewoners

Politie en gemeente legden in RIEC-verband informatie bij elkaar. “Wat toen zichtbaar werd was schrikbarend”, vindt burgemeester Cox van Sittard-Geleen. “Negentig panden met hennepplantages en spookbewoners. Waarvan een deel gekocht door Albanezen en gefinancierd zonder hypotheek. Mensen waarvan niemand weet dat ze hier wonen en die vaak alleen maar zijn ingevlogen om de plantjes te verzorgen. Dertig kinderen, die vrijwel nergens geregistreerd staan. Mensenhandel, uitbuiting, valse identiteitsbewijzen.”

Buitenlandse criminelen, waarvan een flink deel van Albanese afkomst, bleken een groot crimineel netwerk te hebben opgebouwd, dat erop gericht was om in Sittard, Geleen en omgeving op grote schaal hennep te verbouwen en te verkopen. Daarbij maakten zij misbruik van allerlei zwakke punten in de Nederlandse regelgeving. Burgemeester Cox ergert zich aan de kansen die wij in Nederland bieden aan criminelen. “We denken dat we het goed geregeld hebben in Nederland, maar ik heb me bij deze zaak enorm verbaasd over onze onnozelheid.”

De gealarmeerde overheidspartners schrokken zo van de resultaten van het strafrechtelijke onderzoek en de manier waarop deze criminelen misbruik maakten van de Nederlandse regels, dat besloten werd om in een integraal project alle knelpunten aan te pakken. Ook private partijen, zoals notarissen, makelaars en banken, doen mee. Ivo Kwantes en Sanne Mertens van RIEC Limburg leiden dit project.

“We willen de mogelijkheden om misbruik te maken van Nederlandse voorzieningen snel inperken”, vertelt Kwantes. “De eerste resultaten zijn indrukwekkend. We hebben in korte tijd tal van verbeteringen kunnen realiseren, waardoor grote vooruitgang werd geboekt in het tegenwerken van de georganiseerde criminaliteit. De Rijksdienst voor het Wegverkeer heeft het bijvoorbeeld al veel lastiger gemaakt om eendagskentekens aan te vragen, bedoeld om met een auto naar een keuringsstation te rijden. Uit het onderzoek bleek dat er 2500 kentekens waren aangevraagd en daarvan verscheen er maar één kenteken op een keuring. Sinds de invoering van de nieuwe werkwijze is het aantal aanvragen met negentig procent gedaald.”

BSN-nummer

Ook werd de registratie van niet-ingezetenen onder de loep genomen door landelijke en regionale integrale partners. Kwantes: “Als je niet van plan bent om langer dan vier maanden in Nederland te verblijven, dan kun je zeer eenvoudig een BSN-nummer aanvragen. Maar het BSN-nummer blijft je hele leven geldig. Dus wat gebeurt er nu? Criminelen gebruiken katvangers om BSN-nummers aan te vragen en kunnen daarmee elektriciteit regelen en bankrekeningen openen. We kennen zelfs een voorbeeld waarbij een katvanger werd ingevlogen, naar het loket werd gebracht om een BSN-nummer aan te vragen en dezelfde dag weer terugvloog.” De partners beschreven gezamenlijk dit knelpunt en verschillende mogelijke oplossingen. Dit werd onder de aandacht gebracht van de minister en de secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties (BZK).

Onder de vele knelpunten die worden aangepakt is ook de aanpak van hennep. Een nieuwe procedure moet zorgen voor meer samenwerking met partners, minder symptoombestrijding en meer oog voor het netwerk áchter de kwekerijen. De gemeente werkt zelf ook aan extra barrières tegen criminaliteit. Nog meer controles op spookbewoning bijvoorbeeld en scanners en scholing om een vals ID-bewijs er beter uit te pikken. Ook wordt gekeken naar het uitbreiden van bestuurlijke en juridische maatregelen.

Poortwachters

Onder de verschillende publieke partijen die deelnemen aan het project zijn ook notarissen en makelaars. Zij zijn immers belangrijke poortwachters als het gaat om vastgoedinvesteringen. Toch doen zij maar beperkt melding bij de Financial Intelligence Unit (FIU). Dat komt deels omdat het meldproces als omslachtig wordt ervaren. De FIU, ook betrokken, kijkt nu of dat eenvoudiger kan worden gemaakt. Daarnaast controleren makelaars en notarissen momenteel nog niet of ID-bewijzen echt zijn. Zij zijn nu bezig met de aanschaf van apparatuur om ID-bewijzen te controleren en het project zorgt voor een handelingskader voor deze beroepsgroepen. Want wat doe je als je ineens een crimineel met een vals ID-bewijs tegenover je hebt?

Meldpunt

“Branches willen dit soort misstanden graag tegengaan”, merkt Kwantes op. “Maar ze hebben daarvoor meer informatie nodig over actuele fenomenen, zodat ze daar op in kunnen spelen. We werken daarom aan een meldpunt voor fenomenen voor publieke én private partners. We kunnen elkaar dan waarschuwen voor nieuwe werkwijzen of vormen van criminaliteit, zonder dat het gaat over personen. Zo kunnen we eerder maatregelen nemen.”

Zo verbaasd als burgemeester Cox was over de kansen die wij in Nederland bieden aan criminelen, zo onder de indruk is hij van het enthousiasme en de daadkracht van alle publieke en private partners om de mazen in de regelgeving te dichten. Toch kan er nog wel een tandje bij, vindt hij. “Privacy wordt nog te vaak gebruikt om niets te doen. Neem nu de spookkinderen. Dertig kinderen wonen in onze gemeente, maar zij blijven compleet buiten beeld van de overheid. Ook al gaan ze wel naar school. Wij krijgen de gegevens van kinderen die op school zitten omdat we die nodig hebben voor de leerplicht. We mogen die gegevens echter niet gebruiken voor controle van de Basisregistratie Personen (BRP). Dat vind ik krom. Ook mogen andere overheden soms geen informatie met ons delen. Daardoor hebben we de parallelle samenleving niet in beeld. Want zoals de Albanezen in Sittard-Geleen hun eigen imperium opbouwden, zo zijn er in veel meer steden buitenlandse criminele bendes die hun kans schoon zien.”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 8

Kwetsbaar en goedgelovig

Tekst Andrea Jansen
Foto Hollandse Hoogte. *De docent en kinderen op de foto zijn niet de mensen uit dit artikel.

Hoe voorkomen we de criminele aanwas van verstandelijk beperkte jongeren?

Geen geld voor een buskaart, maar wel een duur bomberjack. Een kind dat met zeven telefoons naar school komt en op allemaal gebeld wordt. Gestolen scooters op het schoolplein. Meiden die slachtoffer worden van loverboys, worden afgeperst. Docent Tessa ziet het allemaal in haar klas op een school voor zeer moeilijk lerende kinderen. “Bij de helft van de kinderen in mijn klas heb ik wel eens twijfels.”

De groep jongeren waarmee Tessa werkt heeft een IQ van 50 tot 60. Ze zijn tussen de 16 en 18 jaar, en zitten in de laatste schooljaren. Tessa begeleidt hen naar een plek binnen de maatschappij. Dat is vaak een gesubsidieerde baan, de groenvoorziening van de gemeente of dagbesteding. Veel van deze kinderen komen uit kwetsbare milieus, wonen in probleemwijken en/of komen uit gezinnen met schulden. Hun ouders spreken vaak geen Nederlands, zijn zelf niet naar school geweest en/of hebben veel kinderen.

Weerbaarheid

Tessa merkt dat haar leerlingen opgroeien met criminaliteit en daarin meegezogen worden. “Ze weten hoe je een fiets kunt stelen, hoe je sloten openmaakt. Ze laten me filmpjes zien met dubieuze praktijken, komen met gestolen scooters naar school, en dragen de duurste kleding terwijl hun ouders zeggen geen geld te hebben voor medicatie voor hun kind. Ik heb een zestienjarige jongen in de klas die zijn broers met de auto naar een andere stad rijdt, zodat ze een duur feest kunnen bezoeken; terwijl het gezin in de schuldsanering zit.” Zij denkt dat een laag IQ zeker van invloed is op de weerbaarheid van haar leerlingen tegen criminaliteit. “De kinderen zijn best wel goedgelovig en kunnen situaties niet zo goed inschatten. Ze hebben niet de beste vooruitzichten en willen ook gewoon geld hebben.”

Tessa is niet alleen alert op school, maar ook op de stageadressen van haar leerlingen. “Een leerling had zelf een stage geregeld bij een kapper, maar als wij daar kwamen was er nooit een klant. Dat is raar. Dan ga je eens wat vaker onaangekondigd langs, maar het is lastig, want je wilt ook niet dat zo’n jongen door jou een baan misloopt. Uiteindelijk heb ik deze jongen bij een andere kapper kunnen plaatsen, waar hij nu een gesubsidieerde baan heeft.”

Voorspellen

Isabeth Mijnarends, landelijk jeugdofficier en hoogleraar jeugdstrafrecht aan de Universiteit Leiden, beaamt dat een verstandelijke beperking kinderen extra kwetsbaar maakt voor criminaliteit. “Vier risicofactoren zijn belangrijke voorspellers van crimineel gedrag: het gezin, de sociale omgeving (denk aan school en ook de wijk), individuele kind-problemen (gedragsproblemen als ADHD en ODD) én het IQ (in combinatie met de schoolcarrière). Het gaat wél om de samenhang van deze risicofactoren; een gebroken gezin is geen voorbode voor crimineel gedrag. Wél als er ook sprake is van een achterstandswijk, foute vrienden en problemen op school."

We weten – dankzij de opkomst van de neurowetenschappen – steeds beter dat alle jeugdigen (in ieder geval tot 14 jaar) moeite hebben om de consequenties van hun gedrag echt te overzien, laat staan als het verstandelijk beperkte jeugdige verdachten betreft. Deze groep jeugdigen is nog gevoeliger voor druk, wat hen extra kwetsbaar maakt voor een criminele omgeving. "Maar", vervolgt Mijnarends, "ook nu geldt dat het de combinatie van risicofactoren is die professionals alert moet maken: een kind met een laag IQ uit een probleemwijk, met familie in de criminaliteit, heeft veel meer kans om in de criminaliteit te belanden dan een kind met een verstandelijke beperking dat in een sterk sociaal milieu opgroeit.”

Justitie komt pas in beeld als er een vermoeden is dat een kind van 12 jaar of ouder verdacht wordt van een strafbaar feit, maar vaak zijn er al veel eerder aanwijzingen dat het mis gaat. “Je ziet het aankomen, soms al op heel jonge leeftijd. Ouders die in de problemen zitten, kindermishandeling, schoolverzuim, broers in de criminaliteit, gedragsproblemen, het plegen van kleine delicten. Het zijn allemaal voorspellers voor een criminele carrière.”

Op tijd signaleren

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat hoe vroeger een kind begint, hoe groter de kans op recidive en hoe groter de kans op het plegen van ernstiger delicten. “Je ziet ze harder worden, is dat omdat wij ze te laat zien?”, vraagt Mijnarends zich af. “Ik wil zoeken naar mogelijkheden om als justitie meer met scholen en de zorg op te trekken, met respect voor eenieders kerntaken en expertise. Want de vraag is: detecteren en signaleren we op tijd? Welke organisatie wordt op welk moment geïnformeerd en kan er snel accurate hulp en zorg worden geboden en via het strafrecht worden opgetreden als dat noodzakelijk is?"

"Tegelijkertijd maakt de privacywetgeving het uitwisselen van informatie tussen strafrecht en zorg vaak nog ingewikkeld. Als je je dan ook bedenkt met welke problemen we te kampen hebben in de jeugdhulp op dit moment (wachtlijsten, gebrek aan passende interventies waar het complexe problematiek betreft) en dat veel jeugdige verdachten met een laag IQ nog kwetsbaarder worden in een jeugdgevangenis, maakt dat de aanpak van de jeugdcriminaliteit tot een veelkoppig monster.”

Ook voor gemeenten zijn criminele jongeren een lastig probleem. Zij hebben last van deze jongeren en bestrijden die overlast bijvoorbeeld door preventief te fouilleren of door gebiedsverboden. Tegelijkertijd hebben gemeenten ook zorgplicht. Hoe besteed je voldoende aandacht aan beide kanten? “Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam wil ouders gaan beboeten als kinderen een mes op zak hebben. Maar ouders van jonge criminelen zijn zelf vaak ook kwetsbaar. Kunnen zij door een boete hun kind stoppen? Of moet je het gezinssysteem sterker maken?”

Scholing

De invloed van de ouders moet ook weer niet overschat worden, zegt Mijnarends. “De invloed van de groep waar jongeren bij willen horen blijkt vaak veel groter dan de invloed van de ouders. Daar waar de invloed van ouders – via bijvoorbeeld systeemtherapie – kan worden versterkt moet dat zeker gebeuren, maar scholing is ten minste zo’n belangrijk wapen tegen criminele aanwas. Bovendien constateren scholen vaak als eerste dat er iets mis is, bijvoorbeeld omdat een kind te veel verzuimt. Daarom is het zo belangrijk om docenten op te leiden in het herkennen en omgaan met risicokinderen.”

Ook docent Tessa ziet voor zichzelf een belangrijke rol in het weerbaar maken van haar leerlingen tegen criminaliteit. “Ik leer mijn klas vooral om zich te redden in de maatschappij. Door ze praktische opdrachten te geven voor rekenen en taal, door ze te leren hoe je je gedraagt op het werk. Daarbij hoort ook voorlichting over criminaliteit, maar voor deze groep is er maar weinig aanbod. Het zijn kinderen die cognitief op het niveau van de basisschool functioneren, maar tegelijkertijd ook gewoon puber zijn. Bovendien heb ik veel kinderen met een migratieachtergrond in de klas en die herkennen zich vaak niet in de mensen die voorlichting komen geven. Het zou ons helpen als voor hen geschikte programma’s worden gemaakt.”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 8

De jeugd heeft de toekomst

Tekst Andrea Jansen
Foto Pixabay

Om jongeren bewuster te maken van (signalen) van ondermijnende criminaliteit en hen weerbaar te maken, zijn er verschillende mooie initiatieven opgezet in Nederland. Code Geel zet er een aantal op een rij.

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 8

Weerbare overheid in crisistijd

Tekst Andrea Jansen
Foto National Institute of Allergy and Infectious Diseases

De coronacrisis zet de overheid onder grote druk. Tegelijkertijd zien we dat de georganiseerde criminaliteit zich razendsnel aanpast aan de omstandigheden en nieuwe manieren ontdekt om snel en makkelijk geld te verdienen. Ook nu is het belangrijk om als overheid en maatschappij weerbaar te zijn tegen criminelen die misbruik willen maken van de crisissituatie.

De RIEC’s en het LIEC signaleren en analyseren gezamenlijk de gevolgen van de crisis op het gebied van ondermijnende criminaliteit en bieden praktische handelingsperspectieven. Regelmatig informeren we onze partners hierover in korte, actuele bulletins.

Prangende vragen

Wat zijn de onderwerpen waarin de analisten van de RIEC’s zich vastbijten? Denk bijvoorbeeld aan de verschuivingen in de vraag naar drugs. De productie van partydrugs neemt af, maar wat gebeurt er met de al geproduceerde pillen? Neemt het thuisgebruik van drugs toe en hoe wordt daar dan in voorzien? Zijn er criminelen die zich storten op de handel in mondkapjes of in (illegale) medicijnen? Of zien zij meer brood in diefstal van en handel in partijen headsets en laptops, die in de winkels massaal zijn uitverkocht?

En wat zijn de gevolgen voor de havens en de luchthavens van dit alles? Hoe is de positie van de in Nederland achtergebleven arbeidsmigranten? Zijn zij nu kwetsbaarder voor uitbuiting? En de vele ondernemers die nu zonder inkomen zitten, van café-eigenaar tot sportschoolhouder. Vormen zij nu een gemakkelijke prooi voor crimineel geld? Talloze vragen waarop de RIEC’s binnenkort antwoord willen geven middels een praktisch handelingsperspectief.

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 8

Rookgordijnen in de autobranche

Tekst Andrea Jansen
Foto Hollandse Hoogte

De automotivebranche sprong eruit tijdens een gebiedsanalyse van Bureau Beke naar ondermijning op bedrijventerrein Plaspoelpolder in Rijswijk. Met zestig autobedrijven was de branche flink oververtegenwoordigd, met een aantal schimmige of ronduit louche bedrijven, volgens de analyse. Voor burgemeester Michel Bezuijen van Rijswijk was het een uitgemaakte zaak: hier moeten we iets aan doen!

“Dat we maatregelen moesten nemen, was voor iedereen duidelijk. Voor mij, voor de ambtenaren én voor de politiek. Het lastige was: hoe doen we dat?”, vertelt burgemeester Bezuijen. Hij koos voor een vergunningplicht voor de hele automotivebranche in Rijswijk. In sneltreinvaart paste de gemeente de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aan om de vergunningplicht voor branches mogelijk te maken.

“Het voordeel van de vergunningplicht is, dat je meteen meer zicht krijgt op de branche. Je weet beter wat voor vlees je in de kuip hebt. Bovendien is een Bibob-procedure nu mogelijk en kun je, na controles, een dwangsom opleggen, een vergunning intrekken of zelfs een bedrijf sluiten.”

Sinds 1 januari 2020 is de vergunningplicht een feit en moeten alle nieuwe én bestaande ondernemers in de Rijswijkse autobranche een vergunning aanvragen. Vijfentwintig bedrijven hebben dat inmiddels gedaan. Dat zijn er minder dan tijdens het onderzoek van Beke. Is dat het eerste effect van de vergunningplicht? “Het kan zijn dat malafide bedrijven hebben besloten om te verkassen. Maar het is nog te vroeg om dat te zeggen, we moeten de controles afwachten.”

De meeste ondernemers zitten niet te wachten op extra papierwerk. Toch werd de vergunningplicht redelijk goed ontvangen door de branche, zo bleek tijdens de informatieavonden voor ondernemers. “Een groot deel van de autobedrijven is natuurlijk gewoon te goeder trouw. Zij hebben last van malafide bedrijven. Die zorgen voor oneerlijke concurrentie en geven de branche een onbetrouwbaar imago. Als je een vergunning hebt, dan kun je ook echt laten zien dat jouw bedrijf klopt.”

Al verliep de invoering goed, toch legt de vergunningplicht een flinke druk op het gemeentelijk apparaat. “Het is enorm veel werk. Niet alleen het aanpassen van de APV en het regelen van de vergunningplicht, maar vervolgens ook het afhandelen van alle aanvragen en straks de controles om de vergunningplicht te handhaven. Ik denk dat het daarom belangrijk is om niet te veel tegelijk te willen doen. Eén branche is voor nu echt genoeg. Wij kunnen dit doen met financiële steun vanuit de versterkingsgelden, anders is het niet te betalen.”
Buurgemeenten hebben interesse in de aanpak van Rijswijk. “Het is vrij eenvoudig om je malafide bedrijf te verhuizen naar een gemeente een paar kilometer verderop. Door regionaal eenzelfde aanpak in te voeren voorkom je dat. Daar gaan we nu aan werken.”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 8

In één week meer zicht op ondermijning

Tekst Andrea Jansen
Foto Ivo Vrancken

In een week een berg informatie verzamelen. Kijken of er écht een luchtje zit aan dat verdachte bedrijfspand. En tegelijkertijd ook de inwoners ervan doordringen dat zelfs in het gemoedelijke oosten ondermijning dichtbij is? De elf gemeenten, politie, OM, Belastingdienst, Omgevingsdienst, provincie en RIEC in IJsselland hielden een themaweek gericht op ondermijning. Code Geel sloot aan.

15 januari

Een klein clubje is al een half jaar bezig met de voorbereidingen, maar vandaag komt voor het eerst een vertegenwoordiging van alle partners bij elkaar: politie, OM, Omgevingsdienst, Belastingdienst, provincie Overijssel, RIEC Oost-Nederland, communicatieadviseurs en een afvaardiging van de elf gemeenten in IJsselland. Het is de eerste keer dat zo’n week wordt gehouden in IJsselland, dus het is nog wat wennen. De politie heeft al een mooie lijst met acties voorbereid. Ook een aantal gemeenten hebben ideeën voor voorlichtingsacties en controles. Het wordt dus een week gericht op bewustwording én integrale controles.

19 februari

De kalender vult zich verder met acties: van invallen en een wapeninleveractie tot interviews en voorlichtingsbijeenkomsten. Ook de Belastingdienst en Omgevingsdienst IJsselland doen volop mee. De communicatiestrategie wordt, na afstemming in allerlei overleggen, goedgekeurd. We werken integraal, dus elke partner moet instemmen. Het enthousiasme groeit: er staan een paar invallen op het programma die onderdeel zijn van bredere integrale onderzoeken en daar verwachten we veel van!

4 maart

De laatste check. Alle acties lopen? Schema up-to-date? Iedereen geïnformeerd? Alle communicatiemiddelen klaar? Dan kunnen we maandag van start! De burgemeester van Hardenberg kreeg al een week eerder de primeur om de week aan te kondigen. De wapeninleveractie staat ook al uitgebreid in alle media. Het hoofd RIEC en burgemeester Dadema van Raalte geven een interview aan een regionale krant. Het wordt volgende week geplaatst, mooie timing dus!

Dinsdag 10 maart

Om 4.00 uur ’s ochtends worden in Ommen de eerste tenten opgezet: een vakantiepark wordt hermetisch afgesloten en iedereen die erin of eruit wil wordt gecontroleerd. Bewoners van de chalets kunnen een bezoekje verwachten van de gemeente, politie en Belastingdienst. Zoals verwacht verblijven er vooral arbeidsmigranten op het park. 86 van hen schrijven zich ter plekke in bij de gemeente. Ook worden vier auto’s en drugs in beslag genomen. Burgemeester Hans Vroomen van Ommen praat aan het einde van de dag de media bij. Vandaag zijn er ook controles op bedrijventerreinen in Zwolle en Deventer én de 2.0-versie van de app Ondermijning van RIEC-LIEC wordt gelanceerd. Een volle dag.

Donderdag 12 maart

IJsselland kent een groot buitengebied en de inwoners daarvan vormen dan ook een belangrijke doelgroep deze week. Vandaag bezoekt de Omgevingsdienst agrariërs in het buitengebied van de gemeente Olst-Wijhe. Om ze voor te lichten over criminaliteit, maar ook om te controleren. Een mountainbike met motor wekt tijdens een grote verkeerscontrole in Deventer hilariteit onder medewerkers van de politie en de Belastingdienst. De fiets, die 48 km/u rijdt zonder te hoeven trappen, wordt van de weg gehaald.
En dan geeft premier Rutte een persconferentie over het coronavirus. Het devies: zoveel mogelijk thuis werken en geen grote bijeenkomsten meer. Halsoverkop wordt de voorlichtingsavond voor inwoners van het buitengebied in Hardenberg afgeblazen. Controles gaan nog wel door, met succes! In Deventer houdt de politie een man aan in een pand met een flinke hoeveelheid harddrugs en medicijnen. In Zwolle vindt de gemeente, samen met de politie, Belastingdienst en ISZW, spullen voor illegaal gokken.

Zondag 15 maart

Het weekeinde staat in het teken van informatie verzamelen, schrijven en afstemmen met elf gemeenten, politie, OM, Belastingdienst, Omgevingsdienst en nog veel meer partners. Belangen lopen soms uiteen, maar het lukt om een bericht te maken dat recht doet aan de inspanningen van alle partners, alle resultaten juist verwoordt én ook nog leesbaar is. Gelukkig is alles ruim op tijd klaar. Aan het einde van de middag weer een corona-update. Horeca, scholen, alles gaat dicht! Willen we het persgesprek nog wel door laten gaan maandag? Naast burgemeester Dadema van Raalte zouden ook de politie, het OM, de Belastingdienst en enkele adviseurs aanwezig zijn. En de media natuurlijk. Laat op de avond valt de beslissing: het gaat niet door.

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 8

Vijf vragen aan PostNL

Tekst Andrea Jansen
Foto Hollandse Hoogte

Publiek-private samenwerking (pps) is een actueel thema in ondermijningsland. PostNL zette deze stap al enkele jaren geleden. Robert Hoeksma, corporate security officer bij PostNL, vertelt. “Samenwerken met de overheid levert heel veel op, maar vraagt ook veel van alle partijen.”

1) Waarom zocht PostNL de samenwerking met de overheid bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit?


“PostNL staat als logistiek bedrijf midden in de samenleving. Wat daar gebeurt, kan ook bij ons gebeuren. Dat betekent bijvoorbeeld dat criminelen proberen misbruik te maken van ons post- en pakkettennetwerk. We doen er alles aan om dit te voorkomen. We zagen in dat we ons niet moeten focussen op de incidenten die daarmee gepaard gaan, maar op de fenomenen erachter. We wilden aan de slag met de kwetsbaarheden in het logistieke proces. Daarom keken we verder dan de incidenten en stelden dossiers samen met daarin een beschrijving van het fenomeen en de incidenten erachter. Maar telkens weer bleek dat door de politie alleen de incidenten eruit werden gepikt en werden verdeeld over de verschillende eenheden. Terwijl wij juist het probleem en de structuur erachter wilden aanpakken. Uiteindelijk kwamen we uit bij het LIEC, het ministerie van Justitie en Veiligheid en het RIEC Den Haag. Zij hebben ons geholpen om een publiek-private samenwerking op te zetten.”

2) Hoe pak je dat achterliggende probleem dan aan?


“Ons doel is om misbruik van de post- en e-commercesector door criminelen tegen te gaan. Dat doe je niet door te focussen op mensen, incidenten of locaties. Dat doe je allereerst door samen met je partners je informatiepositie te verbeteren, vervolgens informatie in de bredere context te plaatsen en dan pas kun je het probleem effectief aanpakken. Regelmatig hoor je dat informatie delen niet mag, maar om zicht te krijgen op methodieken en fenomenen heb je helemaal geen privacygevoelige informatie nodig. Je moet jezelf bovendien niet te veel inkaderen door al vroeg te focussen op bijvoorbeeld drugs. We hebben met de Douane, politie en het RIEC een pilot gedraaid. We kwamen erachter dat de incidenten die wij zagen nog maar het topje van de ijsberg vormden. Er zaten veel meer vormen van criminaliteit achter. Het gaat nooit alleen om drugs of fraude. Het gaat vooral om het verdienen van heel veel geld.”

3) Wat leverde de samenwerking op?

“Vooral het inzicht dat we samen ontzettend veel kunnen zien. De potentie van de samenwerking is enorm. We begonnen bijvoorbeeld met valse facturen en kwamen, door alle informatie te combineren, uiteindelijk uit bij goudhandel. Allemaal in hetzelfde netwerk. Maar de spin-off was niet alleen positief."

4) Wat heb je nodig voor een succesvolle publiek-private samenwerking?

“Het belangrijkst zijn de mensen. Die moeten verder kunnen en willen kijken dan hun eigen taak en ze hebben een sterke drive nodig. De belangen van organisaties verschillen, maar we vinden elkaar in het probleem. Dát willen we samen aanpakken. Heb je de juiste mensen aan tafel, dan moeten deze de tijd en ruimte krijgen om dit werk te doen. Dat vraagt om draagvlak in de eigen organisatie. En dat is niet vanzelfsprekend, want deze manier van samenwerken is nieuw en vraagt een lange adem. Een goede samenwerking binnen de overheid is belangrijk en tot slot moet je door de doelen van de verschillende organisaties heen kunnen breken. Er ligt nu bijvoorbeeld een flinke focus op drugs, maar als je je alleen daarop richt, dan mis je de context en is het effect uiteindelijk nihil.”

5) De pilot is afgelopen, hoe wil PostNL nu verder?

“Wij willen de samenwerking graag voortzetten, maar het liefst breder dan alleen PostNL. Er zijn natuurlijk veel andere logistieke partijen, maar je kunt ook nog verder denken dan dat. Alle organisaties die midden in de maatschappij opereren zijn van belang voor de aanpak van ondermijning. Denk maar aan het openbaar vervoer, banken, energiemaatschappijen. En allemaal beschikken zij over een enorme hoeveelheid informatie, waarmee je fenomenen goed inzichtelijk kunt maken. Er liggen zoveel kansen in die samenwerking. Eigenlijk is het heel gek dat we dit nog niet doen!”

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 8

Kort nieuws

Kort nieuws

Tekst Marjolein Spek
Foto LIEC

NVWA treedt toe tot RIEC-LIEC-convenant

Het RIEC-LIEC is een nieuwe partner rijker. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is op 31 maart toegetreden tot het convenant.

“De roep vanuit de maatschappij en de politiek om gezamenlijk op te treden tegen ondermijningsproblematiek wordt steeds groter”, legt Saar Beelen, coördinerend specialistisch inspecteur (CSI) bij de NVWA, uit. De NVWA heeft al eerder ervaringen opgedaan in de samenwerking met de RIEC’s en het LIEC, bijvoorbeeld in het kader van toezicht in de horeca en de aanpak van hondenhandelaren.

Sneller en efficiënter handhaven
De NVWA verwacht door kennisdeling en middels een integrale aanpak in samenwerking met handhavingspartners, efficiënter en sneller handhavend te kunnen optreden. Volgens Beelen moet de georganiseerde criminaliteit op internationaal, nationaal en regionaal niveau worden bestreden. De NVWA heeft hier een belangrijke rol. Criminele winsten worden geïnvesteerd in bedrijven en langs deze weg witgewassen. Beelen: “De NVWA heeft goed inzicht in de sociale structuren in de agrarische sector, horeca en visserij en beschikt daardoor over veel informatie.”

De NVWA wil voorkomen dat er – als gevolg van frauduleuze handelingen, overtredingen en misdrijven op het terrein van voedselveiligheid – steeds meer risico’s ontstaan op blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Denk hierbij aan dumping van afval afkomstig van de productie van (synthetische) drugs in mestkelders, die van daaruit in de bodem en/of het grondwater terechtkomen. De NVWA krijgt steeds meer signalen dat voedsel en diervoeder sporen van oplosmiddelen, MDMA en speed bevatten.

Bron: riec.nl

Nieuwe versie app Ondermijning beschikbaar

Op 10 maart is de 2.0-versie van de app Ondermijning gelanceerd. Aan deze versie zijn diverse nieuwe modules toegevoegd, waaronder een uitgebreide signalenmodule en een module met de meest actuele nieuwsberichten.

Met toevoeging van deze modules, in combinatie met de geüpdatete quiz en kennisbank, wil het RIEC-LIEC een steeds beter en completer beeld over ondermijning en de maatschappelijke effecten ervan geven. Ook het vergroten van de bewustwording over en kennis van ondermijning is een belangrijk doel.

De app bestaat uit verschillende modules:

  • Nieuws: dagelijkse nieuwsberichten over ondermijning, geordend per thema en regio.
  • Signalen: informatie over welke signalen kunnen duiden op ondermijning
  • Quiz: een spel met vragen over verschillende ondermijningsthema’s, inclusief een korte toelichting op het antwoord.
  • Kennisbank: informatie over verschillende ondermijningsthema’s met weblinks naar onder andere documenten, nieuwsbrieven, relevante websites, podcasts en berichtgeving vanuit de media.

In het onderdeel ‘Melden’ staat een overzicht van organisaties waar (vermoedens van) verschillende verschijningsvormen van ondermijning direct gemeld kunnen worden; al dan niet anoniem.

De vernieuwde app is te downloaden in de Appstore en de Playstore.

Voor meer informatie: neem contact op met info@appondermijning.nl

Bron: riec.nl

Wapens en drugs: scholen slaan alarm over criminele leerlingen*

Op scholen zijn zijn steeds vaker ernstige incidenten, zoals drugsbezit en steekpartijen, zegt scholenkoepel iHUB. De beerput moet open, maar de koepel worstelt zelf met de aanpak en doet lang niet altijd aangifte. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid wil dat dit verandert; hij roept scholen op om áltijd aangifte te doen.

"Als we dit niet agenderen, zal er geen oplossing komen", zegt bestuurder Mariëtte van Leeuwen van scholenkoepel iHUB tegen RTL Nieuws. Onder de koepel vallen 30 scholen met speciaal onderwijs in de Randstad, met zo'n 3000 leerlingen. Het gaat om een aantal basisscholen en middelbare scholen in onder meer Rotterdam en Amsterdam.

Van Leeuwen somt de problemen op: "Steekincidenten, een doorgeladen pistool dat we aantreffen in de school, 'gangs' voor de deur omdat er een prijs op het hoofd van een leerling staat en bijvoorbeeld drugsbezit." Aangifte doet de scholenkoepel meestal niet. De school wil kwetsbare leerlingen beschermen.
Het afgelopen jaar telde scholenkoepel iHUB meer dan 3500 incidenten. Juist de zware incidenten zijn flink toegenomen. Dat komt onder andere door ophitsing op social media, zoals snapchat. "Er staan ook wel eens 'gangs' voor een school", zegt Van Leeuwen. "Dat komt dan door drillmuziek." (zie kader).

Op alle niveaus en steeds jonger
De grootste zorg van de scholen is dat ze zien dat leerlingen steeds jonger in de problemen komen. Het gebeurt zelfs op basisscholen. De problemen komen ook op de beste scholen voor, weten ze bij de Stichting School en Veiligheid. In opdracht van het ministerie ondersteunen zij scholen die worstelen met veiligheidsproblemen. Directeur Klaas Hiemstra: "Het speelt over de hele breedte van het onderwijs, niet alleen bij het vmbo of speciaal onderwijs."

Het aantal incidenten op scholen en de ernst daarvan wordt nergens landelijk bijgehouden. Het is namelijk niet verplicht dit te melden aan de Onderwijsinspectie. Volgens de meest recente cijfers waren er in schooljaar 2017-2018 maar 57 meldingen van fysiek geweld in het speciaal onderwijs.

Korte lijntjes
Een veilige sfeer creëren in het onderwijs is volgens het bestuur van scholenkoepel iHub steeds moeilijker. De scholen doen zelf al veel, zoals kluiscontroles, cameratoezicht en extra begeleiding voor leerlingen. Maar de hulp van andere instanties, zoals jeugdzorg en politie moet nog beter, vinden ze. Van Leeuwen merkt bij jeugdzorg problemen met wachtlijsten en toegankelijkheid: "We hebben soms wel met veertig verschillende wijkteams te maken." De school mist ook korte lijntjes met politie en justitie.

*Dit artikel is voor de coronacrisis tot stand gekomen, toen alle scholen open waren.

Bron: RTL Nieuws

Dit artikel hoort bij: Code Geel Editie 8

Colofon

Code Geel, Editie 8 Jaargang 4

Publicatiedatum
donderdag 23 april 2020
Hoofdredactie
Nadine Vaes
Productie
Communicatie LIEC
Eindredactie
Andrea Jansen en Marjolein Spek
Vormgeving
Marjolein Spek
E-mail
communicatie@liec.nl
Internet
http://liec.nl
Copyright
CC0 1.0 Universal